Op de reis van Atlant hebben we geleerd om aan te sluiten bij ons verleden en zo te ontdekken waar we het echt voor doen: wij geven ruimte. We hebben geleerd om deze visie om te zetten in een cultuur van leren en verbeteren. Atlant is daardoor voorbereid op de uitdagingen van de toekomst zoals verduurzaming, een groeiende zorgvraag, arbeidsmarktkrapte, versnellende technologische ontwikkelingen en de anderhalvemetersamenleving. Dit reisverslag helpt misschien om de bijzondere weg die is ingeslagen, vast te houden. Vandaar mijn afscheidsverhaal.
Tijden van corona
Atlant is hard geraakt door corona. Ook bij ons zijn bewoners overleden aan het virus. Wij zijn bekend met de dood, maar het viel ons zwaar: de heftige manier waarop sommige mensen stierven, het ontbreken van troost uit afscheidsrituelen en de toenemende verwarring en desoriëntatie bij bewoners.
Ons bestaansrecht als sector is het bieden van kwaliteit van leven. Alle vrijheidsbeperkingen door corona staan hier haaks op, maar de gezondheid gaat voor en we moeten dus wel. Tegelijkertijd realiseren we ons dat welzijn een bepalend onderdeel is van die gezondheid. Leven is natuurlijk zoveel meer dan overleven.
De maatschappelijke waardering voor ons werk voelen we elke dag. De saamhorigheid, vastberadenheid en veerkracht maakt ons trots. Het bezoekverbod en ook de versoepeling leveren wrijving op, maar we hervinden het warme contact met onze bewoners, de familie en onze vrijwilligers, nu in combinatie met extra veiligheid rondom hygiëne. De focus van ligt hierbij op welzijn en waardigheid, maar kunnen we dat vasthouden in een anderhalvemetersamenleving? Ik ben positief, mits we autonomie blijven bieden aan bewoners en medewerkers. En als we blijven reflecteren en leren.
Historische identiteit
In 2015 werd ik bestuurder en kreeg direct te maken met een dreigende ondertoezichtstelling vanuit de inspectie. Mijn eerste reactie was om te sturen op controle- en kwaliteitsstructuren. Collega’s gingen audits bij elkaar doen, we voerden diverse procesverbeteringen door, maar onze initiatieven bleven soms in papier hangen. De realiteit van de werkvloer kwam onvoldoende in de bestuurskamer en omgekeerd kwam de bedoeling achter onze bestuurlijke besluiten onvoldoende door op de werkvloer.
We hebben een streep getrokken: dit willen we niet. Atlant begon aan een reis naar bezieling, parallel aan die van de sector als geheel. De eerste prioriteit was om de organisatie te verbinden. Atlant miste een gedeelde identiteit. We zijn onze geschiedenis met elkaar gaan ontdekken. Bij Atlant was altijd iedereen welkom; we stonden klaar voor bijzondere doelgroepen, voor de ‘landlopers en bedelaars’. Deze historie maakt ons onderscheidend, want daardoor bieden we nu naast reguliere ouderen- en dementiezorg, ook de zorg voor mensen met Huntington, Korsakov en chronische psychiatrie.
Vanuit deze historische identiteit zijn we gaan bouwen aan onze visie. Het werd een beweging naar de leefwereld van onze bewoners, naar hun persoonlijke verhalen. We zochten onze bedoeling bij een woord als kwaliteit. Wat is de kern van ons handelen? Steeds meer ontstond er een volledige cliëntgerichtheid binnen Atlant. Onze kernwoorden waren ruimte en verbinding en het werd een visie waar iedereen zich in herkende. ‘Het gele boekje’ waar onze visie in beschreven staat, is geen papieren realiteit, het is een bron van trots geworden.
Ruimte bieden
Ruimte bieden is hierbij het belangrijkste, omdat we dat ieder mens toewensen. Als je zelf beslist, blijf je actief en in je kracht. Als je zelf iets kunt doen, krijg je eigenwaarde, ongeacht leeftijd of conditie. Daarom kennen we het levensverhaal van elke bewoner en creëren we samen het gevoel van thuis met alles wat er bij hoort: geluid, geur, licht, sfeer, kleur, gedachten, dromen. Niemand wil graag zorgbehoevend zijn, iedereen wil gewoon goed leven. Daarom gaat het meteen over kwaliteit van leven als we spreken over de kwaliteit van zorg.
Voor bewoners en medewerkers is er veel veranderd. De ondersteuning is individueler geworden en er is minder hiërarchie. Overleggen met verzorgers, artsen en cliënten worden nu anders gevoerd. Als iemand slikproblemen heeft, bijvoorbeeld door Huntington, maar persé elke dag een frikandel wil, dan mag dat ondanks de risico’s zelfs op de eigen kamer. We leggen dat vast als eigen keuze. Dit bedenken we niet zelf, we luisteren goed naar bewoners en familie. Zij zijn mondiger geworden: “Zo wil ik niet leven”. Ook euthanasie is daardoor meer bespreekbaar, evenals de keuze om niet gereanimeerd te worden.
Verbondenheid
Onze visie vereist veel autonomie van medewerkers, maar controle loslaten kan alleen als iedereen hetzelfde perspectief deelt, vooral in de leiding. Daarin is Atlant gegroeid. De organisatie is meer een geheel geworden. Vroeger waren onze verschillende locaties bolwerken met een eigen familiecultuur. Nu voelen medewerkers dat ze voor Atlant werken en is uitwisseling van personeel tussen locaties normaal. Natuurlijk blijven er verschillen. De ene afdeling is innovatiever dan de andere en voor sommige doelgroepen is meer geld beschikbaar, maar het gaat minder over “wat wordt gefinancierd” en meer over “wat is nodig”.
Ook tussen verschillende functies binnen de organisatie is meer verbondenheid. In het begin was er soms strijd tussen activiteitenbegeleiders en zorgmedewerkers, maar inmiddels is het teamwerk geworden. Ook de ondersteunende diensten opereren minder als eilanden en werken vaker op locatie. Ze treden op als adviseur in plaats van controleur. Door processen slimmer in te richten, hebben ze tijd vrijgemaakt op de werkvloer.
Dit is niet vanzelf gegaan. De visie, een nieuwe huisstijl, arbeidsmarktcampagnes en films over onze bewoners hebben bijgedragen, evenals alle evenementen en feesten. En we hebben een intensievere afstemming in het primaire proces. Door deze kruisbestuiving zoeken medewerkers elkaar op en delen kennis.
Parallellen met de sector
De reis van Atlant is bijzonder: van een eilandenrijk naar verbondenheid, van een organisatie in overlevingsstand naar een centrum voor expertise, van incidentenmanagement naar ruimte voor reflectie. Hierin staat Atlant niet alleen. De afgelopen jaren is de waardering voor onze sector toegenomen. Terecht, want we bieden waardigheid aan kwetsbare en hulpbehoevende mensen.
Medewerkers in de langdurige zorg leveren elke dag maatwerk samen met bewoners, familie en vrijwilligers. Dat vraagt om bezieling en geduld. Niet alleen Atlant, maar als sector zijn we beter geworden in het realiseren van dit ideaalbeeld. We zijn meer ‘best practices’ gaan delen, doen meer onderzoek en baseren ons vaker op wetenschap. En belangrijk is dat er meer geld en waardering is gekomen. Het gaat daardoor minder over efficiëntie, de bezieling staat meer centraal.
We plukken in deze crisis de vruchten van deze inhaalslag, maar de beweging is nog kwetsbaar. We hebben nu strakke commandostructuren ingericht, maar ik reken erop dat we straks weer ruimte geven aan onze medewerkers en cliënten. En regionale samenwerking is door corona in een stroomversnelling gekomen, maar staat vaak nog in de kinderschoenen. Organisaties moeten soms individueel inleveren om er collectief meer voor terug te krijgen. Dat vergt bestuurlijke moed.
Leren en verbeteren
Corona is een lakmoesproef voor onze sector, maar gelukkig zien we bij Atlant hoe diep onze visie is ingedaald. Dat maakt het makkelijk om te markeren waar het knelt. Doordat de visie helder is, wordt het contrast ook duidelijk. Maar hoe kunnen we ruimte geven aan ieders wensen en behoeften in tijden van corona? En hoe voelen we ons sterk genoeg om de onvermijdelijke risico’s te dragen? Het is heel spannend en de afweging tussen veiligheid en welzijn blijft lastig. De kwaliteit van onze medewerkers is daarbij bepalend.
Zelfstandigheid en taakverantwoordelijkheid zijn bij Atlant de standaard geworden. Fouten zijn leermomenten. Deze cultuur biedt een kompas in deze crisis. Gelukkig helpt onze profilering op de arbeidsmarkt, waardoor we zowel kwalitatief als kwantitatief een sterk personeelsbestand hebben. Iedereen kan bij ons zijn kennis en vaardigheden ontwikkelen en zo doorgroeien. Medewerkers komen tot bloei als zij ons vertrouwen hebben.
Atlant wordt inmiddels landelijk gezien als een centrum voor expertise. Het Topcare traject voor Huntington en Korsakov heeft veel invloed gehad. We mogen sinds 2013 dat predicaat dragen en het heeft een enorme boost gegeven aan reflecteren, leren en verbeteren. We zijn zeer actief in de kenniscentra voor Korsakov, Huntington en Ouderenpsychiatrie. Onze chronische psychiatrische verpleging is fors uitgebreid en we zetten de zorg voor zware dementie stevig op de kaart. Tot slot doen we veel onderzoek en hebben inmiddels vier opleidingsplaatsen, vier promovendi en twee gepromoveerde artsen op de loonlijst.
Route naar de toekomst
Er valt natuurlijk nog genoeg te verbeteren bij Atlant en in de langdurige zorg. We moeten bijvoorbeeld nog beter worden in de verbinding tussen de werkvloer en de bestuurskamer. We doen nog teveel via de lijn. We kunnen ook groeien in de participatie van familie en het sociale netwerk van bewoners. Soms worden we onzeker of voelen we ons op de vingers gekeken, terwijl het juist onze kwaliteit is om open te staan voor ieders mening en behoefte.
Vooral in het samen ontwikkelen van expertise zit nog veel potentie. Een leerklimaat goed vormgeven heeft veel consequenties. Het moet veilig zijn om te leren: fouten maken mag. Door corona was het werken in een top-down structuur onvermijdelijk, maar juist reflecteren en leren bieden ons een uitweg uit deze crisis en een route voor de toekomst. Hierbij komt, naast de cliënt, steeds meer de medewerker en de vrijwilliger centraal te staan.
Laten we onze reis naar bezieling voltooien. Laten we onszelf van tijd tot tijd opnieuw uitvinden, technologische innovaties verwelkomen, verduurzaming versnellen en samenwerkingsrelaties uitbreiden. Zo trotseren we samen de vergrijzing, het arbeidstekort en pandemieën. Atlant is daar klaar voor en ik vervolg mijn eigen reis vol vertrouwen naar Zonnehuisgroep Amstelveen.
Dit blog is een ingekorte versie, het langere artikel vindt u hier.