Als er op dit moment ergens in Nederland een mondkapjesplicht gaat gelden, houdt dat voor de rechter geen stand, zodat eventuele boetes ook vervallen. Daarvan is Brouwer overtuigd. Hij stelt dat de speciale coronawet die het kabinet heeft ingediend eerst door de Eerste en Tweede Kamer moet worden goedgekeurd. In die wet is namelijk de bevoegdheid tot het voorschrijven van bijvoorbeeld het dragen van mondkapjes opgenomen. Zolang de coronawet er niet is, is er geen wettelijke grondslag voor verplichte kledingvoorschriften.
Grondrecht
“Artikel 10 van de Grondwet bepaalt het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, de privacy zeg maar. Een grondrecht kan je niet zomaar inperken. En een burgemeester of een veiligheidsregio mag dat al helemaal niet. Die bevoegdheid komt alleen de regering en de Staten-Generaal toe, wanneer bijzondere omstandigheden om speciale wetgeving vragen”, aldus Brouwer. “Een mondkapjesplicht kan dus niet tijdelijk geregeld worden in een noodverordening, dat is ongrondwettelijk.”
Motorclub
Brouwer, en ook andere rechtsgeleerden, zien een mondkapjesplicht als een kledingvoorschrift. Burgemeesters zijn daarmee al eerder door de rechter teruggefloten. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij een poging om het dragen van de “colours” van een motorclub te verbieden. Ook een plaatselijk boerkaverbod leed schipbreuk totdat er wetgeving was. Brouwer: “Nu kan je betwisten of een mondkapje een kledingstuk is. Dat is lastig. Je zou ook kunnen zeggen: het is een medisch hulpmiddel. Maar dan zeg ik: we willen juist niet dat iedereen medische mondkapjes gaat dragen, dus die redenering gaat onderuit.”
Nut
De hoogleraar benadrukt dat hij zeker geen tegenstander is van het dragen van een mondkapje. “Sterker nog: ik vind dat iedereen zijn verantwoordelijkheid moet nemen en een mondkapje moet dragen in omstandigheden die daarom vragen. Ik vind dat de overheid dat dringende advies zou moeten geven. Overtuig de samenleving van het nut. Dat zorgt voor sociale controle. Dat werkt beter dan een van bovenaf opgelegde plicht.” Brouwer vermoedt echter dat het kabinet de vingers niet aan dit onderwerp wil branden, voordat de coronawet en daarmee de wettelijke grondslag een feit is. (ANP)