“De aannames achter de opschaling strookten niet met de werkelijkheid”, hield De Jonge de Tweede Kamer voor. De minister refereerde hiermee aan de snelle groei van het aantal coronabesmettingen in met name Rotterdam en Amsterdam. De betrokken GGD’en moesten eind vorige week erkennen dit aantal niet te kunnen bijbenen en om die reden over te stappen op risico-gestuurd bron en contactonderzoek. Hieruit vloeit voort dat de GGD’en een deel van de contacten niet langer zelf nalopen, maar aan burgers overlaten.
Zelfde aantallen
De Kamer toonde zich uiterst kritisch over de gang van zaken. Eind mei beloofde het kabinet dat vanaf 1 juni iedere Nederlander op corona getest zou kunnen worden. De GGD’en zouden met oog hierop hun personele capaciteit uitbreiden tot 3200 medewerkers. “We zitten nog niet eens in de tweede golf of de GGD kan het al niet meer aan”, aldus SP-fractievoorzitter Marijnissen. “Het kabinet beloofde al in mei opschaling. Nu drie maanden later hoor ik exact de dezelfde aantallen, terwijl die mensen er al hadden moeten zijn.”
Inregeltijd
Dat de GGD’en niet snel genoeg hebben opgeschaald, is volgens De Jonge te wijten aan het feit dat het opleiden trager gaat dan voorzien. Daarbij waren er aanvankelijk te weinig coronabesmettingen om nieuwe mensen te kunnen inwerken. Ook kost het regionaal inzetten mankracht uit de landelijke flexpool volgens de minister inregeltijd.
Permanente capaciteit
De Jonge wil nu twee weken tijd om het opschalingsplan opnieuw tegen het licht te houden, inclusief de aannames erachter. Hij overweegt om daarbij minder te sturen op een flexibele inzet en om naar Duits voorbeeld per regio een grotere permanente capaciteit beschikbaar te stellen. GroenLinks-fractievoorzitter Klaver toonde zich sceptisch. “De minister heeft te laat gereageerd. De groei was al in juli zichtbaar. Maar we kregen alleen maar te horen dat het fantastisch ging met de opschaling. De minister weigert uit te leggen wat er de afgelopen weken is misgegaan. De omstandigheden veranderen niet, dus waarom zou het over enkele weken wel lukken? Als het niet goed gaat met het bron- en contactonderzoek, gaat de hele strategie van het kabinet onderuit.”
Bliksemafleider
De plannen van De Jonge om een quarantaineplicht in te voeren, werden door veel Kamerleden afgedaan als symboolpolitiek. Ook coalitiepartij D66 liet zich bij monde van fractievoorzitter Jetten scherp uit over het voornemen. “De overheid kan geen quarantaineverplichting invoeren zolang ze zelf de zaken niet op orde heeft. Het kabinet grijpt naar het zwaarste middel, terwijl het een bliksemafleider is. Het is een disproportionele maatregel, die we niet kunnen handhaven en bovendien het draagvlak voor het beleid ondergraaft.”
PVV-voorman Wilders ging nog een stap verder door het kabinet politiek opportunisme te verwijten: “De quarantainemaatregelen zijn genomen om het gezicht van De Jonge te redden.”
Non-issue
Volgens Klaver is de quarantainemaatregel in feite een non-issue. In de Wet publieke gezondheid (Wpg) is al een quarantainemogelijkheid vast gelegd. De plannen van De Jonge gaan volgens Klaver vooral over het opleggen van sancties. Daarmee vertroebelt de minister volgens Klaver het debat en ondergraaft hij het draagvlak voor verder bron- en contactonderzoek. “Verplichte quarantaine van mensen die uit contactonderzoek naar voren komen is niet proportioneel, niet effectief en niet passend, zolang GGD de zaak niet op orde heeft. Mensen zullen er door worden afgeschrikt.”
OMT-advies
De Jonge liet in een reactie weten langer na te willen denken over de quarantaineverplichting voor mensen die contact hebben gehad met een met corona besmet persoon. Hij wil onder meer eerst advies inwinnen bij het Outbreak Management Team (OMT) over de noodzaak van de maatregel.