Als bestuurder van netwerkorganisaties Fundis, dat via verschillende bedrijfsonderdelen zorg en ondersteuning levert in Zuid-Holland en Utrecht, had Van den Oever dagelijks met corona te maken. “In vier van de achttien verpleeghuizen die onder ons bedrijf WelThuis vallen, hebben we in het begin een behoorlijke uitbraak gehad met best veel overlijdens.”
Covid-centra
In reactie op de coronacrisis zette Fundis samen met onder meer huisartsenorganisaties en ziekenhuizen in Gouda en Zoetermeer twee covid-centra op. Deze vorm van samenwerking heeft Van den Oever aan het denken gezet over marktwerking in de zorg. “Je ziet dat bepaalde onderdelen van de zorgverlening beter in een gereguleerde, systemische aanpak passen. Je kunt niet gaan wachten tot ze via marktwerking gebeuren. Het opzetten van zo’n covid-centrum in samenwerking met de ziekenhuizen en huisartsen was in een week gebeurd. Dat kan in een markt niet. Dat roept vragen op als: mag dat zomaar? En wat moeten we daar van leren in de toekomst?”
Hybride wereld
“Mijn conclusie is dat marktwerking er in de toekomst voor een deel nog steeds zal zijn, maar voor een deel ook niet. Onze wereld zal meer hybride worden. Bepaalde onderdelen van het zorgsysteem zijn prima geschikt voor marktwerking, zeker als je zoekt naar innovatiekracht en maatwerkoplossingen voor klantvragen. Maar er zijn ook onderdelen van de zorg die je meer systemisch moet aansturen. Acute zorg in de regio bijvoorbeeld is helemaal niet geschikt voor concurrerende partijen, die daar ieder op eigen manier klantjes voor proberen te werven. Het is goed als we nadenken in Nederland over welke onderdelen van het zorgsysteem meer geschikt zijn voor samenwerking.”
Regiobesturing
Bij samenwerking hoort wat van den Oever betreft ook een andere vorm van governance. “Je zoekt naar een vorm van regiobesturing voor die onderdelen van de zorg die je samen moet doen. Daar moet je niet zozeer de uitvoerende zorg in stoppen, maar wel vraagstukken als hoe om te gaan met informatie, preventie en toegang. In Zoetermeer zijn we nu bezig met het oprichten van een vereniging waarin de verschillende stakeholders, van cliënten en burgers tot aanbieders, professionals en financiers samen nadenken over hoe de zorg zich daar zou kunnen ontwikkelen.”
Contourennota
Wordt deze discussie voldoende gevoerd of reageert de zorg te ad hoc? ‘Dit moeten we verder met elkaar doordenken’, reageert Van den Oever, die naast bestuurder ook bestuurslid van branchevereniging ActiZ is. “Binnen ActiZ proberen we deze discussie voor onze sector aan te wakkeren. We weten dat de minister bezig is met zijn contourennota. Die zal waarschijnlijk in het najaar komen. Ik verwacht dat er rond die regionale besturing antwoorden van hem zullen komen. Ik denk zelf dat partijen elkaar in de regio moeten opzoeken. Dat is beter dan dat een overheid daar een soort dwingende en ambtelijke besturing op zet.”
Moeilijke beslissingen
Hoe dit laatste voelt, weten zorgverleners door de coronacrisis maar al te goed. In april gingen in het hele land met één pennenstreek de verpleeghuizen op slot. Van den Oever kijkt met gemengde gevoelens op de maatregel terug. “Misschien was de sluiting van de verpleeghuizen in april verstandig, want het was crisis. Niemand wist precies hoe het moest. Dan is enige bevelvoering misschien wel goed. Maar het voelde voor mij ook tegennatuurlijk. Als er een tweede golf komt kunnen we hopelijk wat zelfbewuster onze eigen verantwoordelijkheid nemen. Om het maar even plat te zeggen: wie is de baas in het verpleeghuis, is Hugo dat of ben ik dat? Uiteindelijk denk ik dat bestuurders zelf verantwoordelijkheid moeten nemen. De overheid kan faciliteren -heel goed dat dat gebeurt-, maar uiteindelijk moeten wij zelf bereid zijn beslissingen te nemen, ook als het moeilijke beslissingen zijn.”