Het is een kwestie van tijd voor de rekening van de coronacrisis in financiële zin moet worden betaald. Na de financiële crisis van ruim acht jaar geleden werd er hard bezuinigd. Het kabinet dat in 2012 aantrad, had een duidelijke opdracht: Het begrotingstekort dreigde voor het vierde jaar op rij ver boven de Brusselse begrotingsnorm uit te komen. Dat moest omlaag. ‘De schatkist op orde brengen’, werd het mantra van Rutte II. Dus volgden er miljarden aan bezuinigingen. Met name de publieke sector was de klos.
‘Diploma-druk’
De combinatie van bezuinigingen met een steeds sterkere ‘diploma-druk’ zorgde ervoor dat vele verpleegkundigen, huishoudelijk hulpen en verzorgenden hun baan kwijtraakten. Hun lobbypositie was niet zo sterk. Veelal vrouwen in deeltijdcontracten die heel goed kunnen zorgen voor een ander, maar minder goed voor zichzelf. We kennen inmiddels de gevolgen. Ook dit jaar komen we tienduizenden mensen te kort in de zorg, met alle maatschappelijke ellende van dien.
Niet dezelfde fout
Er komt binnenkort een moment waarop er weer gekozen gaat worden waar we op gaan bezuinigen. Dat duurt misschien nog even, er komen tenslotte verkiezen aan dus impopulaire maatregelen laten even op zich wachten. Maar we zitten middenin een crisis waar er voor tientallen miljarden aan steunpakketten uitgetrokken worden en de staatsschuld snel oploopt. Als vakbondsvoorzitter voor de sector Zorg en Welzijn houd ik mijn hart vast. Gaan we straks dezelfde fout maken als na de vorige crisis? Waar we bezuinigingen hand in hand lieten gaan met groeiende controlezucht, concurrentie en extra diploma-eisen?
Laten we kiezen voor een alternatief. Zet in op werkbehoud, het vergoten van zeggenschap vanaf de werkvloer én een fatsoenlijk salaris. Daar is extra ruimte voor nodig. Meer ruimte dan het kabinet nu van plan is te bieden door beschikbare budgetten te baseren op de loonontwikkeling in de markt. Die is marginaal, helemaal in combinatie met stijgende pensioenpremies.
‘Romantische fase’ achter ons gelaten
We hebben de ‘romantische fase’ die crisissen aan het begin meestal kennen, duidelijk achter ons gelaten. In plaats van samen de schouders eronder te houden, is het gevecht op deelbelangen alweer volop losgebarsten. Ik hoop dat we de waardering voor mensen in de zorg wél vast weten te houden. En om durven zetten in een goede beloning. Dit najaar start het nieuwe ‘cao seizoen’, te beginnen bij de Jeugdzorg, UMC’s en huisartsenzorg. De actiebereidheid is hoog. Het is tijd om niet alleen te klappen, maar ook te lappen.
Anneke Westerlaken Voorzitter CNV Zorg & Welzijn
GH M
Makkelijk praten en klinkt goed, maar wie gaat dat betalen? Uiteindelijk de verzekerde! 1% loonsverhoging voor zorgpersoneel betekent ca €100 per jaar extra zorgpremie en men vindt het al zo duur!