Met de oorspronkelijke deal was in totaal bijna 647 miljoen dollar gemoeid, omgerekend bijna 544 miljoen euro. “De vermindering in de levering van beademingsapparaten gaat uiteraard van invloed zijn op de financiële prestaties van Philips”, schrijft topman Frans van Houten in een toelichting. Hij reageert teleurgesteld op het wat hij een “ongebruikelijk” besluit noemt van de Amerikaanse regering.
Philips had juist de productie in het land enorm opgeschroefd. “We hebben een verviervoudiging van de productie van beademingsapparaten gerealiseerd met flinke investeringen”, aldus Van Houten. Honderden extra mensen waren aangenomen, die volgens Philips de klok rond hebben gewerkt. De order werd in april aangekondigd.
De onderneming rekent nu op een bescheiden vergelijkbare omzetgroei, met een operationele winstmarge die ongeveer gelijk zal zijn aan vorig jaar. Eerder werd op een hogere marge gerekend. Van Houten zegt dat de orderportefeuille van Philips ondanks de afzegging nog steeds op “recordhoogte” staat. (ANP)