Aflossingen opschorten
“De continuïteitsregeling en de compensatie voor de extra kosten die instellingen maken voor hun corona-uitgaven zorgen ervoor dat vrijwel de hele zorgsector weinig financiële problemen zal ondervinden dit jaar”, aldus Kuiper. Daarnaast hebben banken afgelopen voorjaar afgesproken dat bedrijven, dus ook in de zorg, een half jaar lang hun aflossingen op leningen mogen opschorten.
De regeling bij ABN Amro is nóg gunstiger. Bij deze bank hoeven zorginstellingen (en andere bedrijven) niet eens een verzoek in te dienen voor uitstel van de aflossingen: ze krijgen die automatisch. Bovendien hebben ze zes maanden uitstel gekregen voor de betalingen van hun rente.
EY-rapport
Kuiper reageert op het rapport van EY dat dinsdagochtend verscheen, waarin het adviesbureau zegt vooral volgend jaar klappen te verwachten voor de zorgsector. Het rendement is vorig jaar voor het derde achtereenvolgende keer gedaald, concludeert EY, en kwam in 2019 op 1,46 procent.
“Hoewel dat voor de meeste instellingen voldoende is om nu aan de afspraken met de banken te voldoen, geeft dit onvoldoende buffer om de impact van corona op te vangen”, stelt Ralph Poulssen, associate partner bij EY Montesquieu en een van de opstellers van het onderzoek op Skipr: “Wij verwachten dat veel zorginstellingen eind 2020 met hun bank in gesprek moeten om een zogenoemde ‘waiver’ aan te vragen”. Een soort uitstel om hun verplichtingen na te komen, omdat ze niet kunnen voldoen aan alle kredietverplichtingen.
Beperkte gevolgen
Vooralsnog gaat Kuiper ervan uit dat de financiële consequenties van de coronacrisis beperkt blijven. Zonodig gaat de bank het gesprek aan met een zorginstelling. Enkele instellingen praten al over hun convenant. Veel financiële ratio’s – zoals liquiditeit, solvabiliteit, DSCR en EBITDA – kunnen in de jaarrekening 2020 anders uitpakken, omdat geldstromen dit jaar anders lopen. Vaak zijn de afspraken met banken gebaseerd op deze financiële ratio’s, terwijl de EBITDA (operationeel resultaat) van veel instellingen dit jaar lager zal uitpakken.
Waar banken zich volgens Kuiper meer zorgen om maken zijn de investeringsmogelijkheden op de langere termijn. Dat komt niet zozeer door de coronakosten, maar meer door het lage en teruglopende rendement. “En juist nu zijn investeringen in digitalisering nodig om e-healthoplossingen mogelijk te maken”, meent Kuiper: “Het is daarom belangrijk dat we met het ministerie van VWS als stelselverantwoordelijke bij de komende contourennota het gesprek hierover aangaan.”
Regeling loopt ten einde
Een tegenslag is dat de regeling van de NVB om de aflossingen op te schorten eind deze maand afloopt. Banken zien op dit moment geen aanleiding om deze generieke maatregel te verlengen. ‘Wel is er ruimte voor maatwerk, dus als een zorginstelling financiële problemen voorziet, is het verstandig dat de directie contact opneemt met de bank’, zegt Kuiper.
Peter Langenbach, bestuursvoorzitter van het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam, Associate Professor in Finance bij TIAS School for Business and Society en betrokken bij de recente analyse van de ZorgRating Benchmark zei onlangs op Zorgvisie dat banken de convenanten tijdelijk moeten loslaten: “Als ze blijven vasthouden aan de convenanten waarin afspraken kunnen staan over een minimale omvang van de EBITDA, kan de beschikbaarheid van financiering van investeringen de komende jaren in gevaar komen. Die investeringen zijn juist nu keihard nodig om bijvoorbeeld de juiste zorg op de juiste plaats te organiseren.”
Langenbach vroeg de banken om flexibiliteit, om door de jaarcijfers, ratio’s en convenanten heen te kijken. Dan houden ziekenhuizen de ruimte om te investeren in innovatie, ‘De juiste zorg op de juiste plek’ en betere arbeidsvoorwaarden. Volgens Kuiper gaan banken samen met hun klanten op zoek naar passende oplossingen. Maar voor de noodzakelijke transitie naar ‘De juiste zorg op de juiste plek’ is meer nodig, zoals bijvoorbeeld meerjarencontracten met de zorgverzekeraars.
Resultaten ggz
De resultaten in de ggz lijken redelijk, al moet de grootste speler Parnassia Groep nog cijfers over 2019 naar buiten brengen. Rob Leensen, partner bij EY, wijst er wel op dat de ggz financieel redelijk goed draait door de aanhoudend gunstige ontwikkelingen op vastgoedgebied: de lage rente maakt financieringen goedkoop. Bovendien hebben ggz-instellingen vorig jaar veel boekwinsten op de verkoop van vastgoed gerealiseerd.
EY verwacht dat de omzet in de zorgsector volgend jaar tien procent lager is dan in 2019. Ook de liquiditeiten komen onder druk te staan: die zakken tot onder het gewenste niveau van twee tot drie maanden personeelskosten, verwacht het adviesbureau. EY: het ziekteverzuim bereikt “zorgwekkende niveaus”, die een wissel trekken op de benodigde rendementen.
Ziekenhuizen hebben financiële slagkracht nodig om te kunnen investeren in (digitale) innovatie en de problemen op de arbeidsmarkt op te lossen, schreef de NVB vorig jaar in het rapport Van bricks naar clicks. Daarin doet de brancheorganisatie voorstellen voor een betere financiering van zorginstellingen. Betere financiering zou volgens de NVB leiden tot een steviger fundament en vergroot het commitment met zorgverzekeraars.
Meerjarige inkoopcontracten
Een van de belangrijkste punten uit het NVB-rapport was dat meerjarige inkoopcontracten “de norm moeten zijn in de zorgsector. Dit uitgangspunt zorgt voor een meer toekomstgerichte, evenwichtige positie van zorginstellingen richting zorginkopers en financiers.” Alleen dan kan een snelle uitrol plaatsvinden voor ‘De juiste zorg op de juiste plek’. Meerjarencontracten geven andere financiers (banken, investeerders, pensioenfondsen) ook het vertrouwen om in de zorg te investeren.
De ING volgt vrijwel geheel de NVB-aanpak. Jan Willem Spijkman, sector banker Public Sector & Healthcare bij ING: “Dit jaar verwachten we geen problemen, maar belangrijk is wat de sector en de zorgverzekeraars voor 2021 afspreken. Dat moeten we afwachten. Belangrijk is dat de solvabiliteit nog goed is, maar we moeten wel oog houden op de rendementen: die staan onder druk. Dat tast de innovatiekracht aan.”
Het enige waar Spijkman zich op de kortere termijn “echt zorgen” om maakt is de financiële situatie in de jeugdzorg. “De marges daar zijn heel marginaal. Jeugdzorginstellingen moeten keuzes maken. Dat kan moeilijk zijn, want ze willen te allen tijde voorkomen dat ze ‘nee’ moeten verkopen. ”
Muriel Fukkink
Hoe komt meneer Spijkman op het idee dat Jeugdzorginstellingen “ten allen tijde” willen voorkomen dat ze “Nee” moeten verkopen? Mis ik iets? Ja zeggen op iedere hulpvraag is helemaal niet professioneel. Iedere jeugdzorginstelling waar ik gewerkt heb, heeft/had een intake waar gekeken werd of het aanbod passend was.
Het gaat overigens prima met operatie “Nee”, kennelijk hebben ze dat nog niet aan meneer Spijkman verteld? We zeggen zelfs “Nee” als dat professioneel niet meer te verantwoorden is: We bieden clienten te vaak niet de hulp die ze nodig hebben, of zeggen met onze wachtlijsten “Nee, nu nog niet” en zeggen ook “Nee” tegen de sector en gaan elders werken. Mocht meneer Spijkman dat op prijs stellen dan kan ik hem persoonlijk bijpraten en/of meer objectieve informatie en cijfers geven om bovenstaande uitspraken te staven.