Ten eerste dat de kans groot is dat we op korte termijn wederom hard door het virus getroffen zullen worden, iets dat door vooraanstaande virologen zeer aannemelijk wordt geacht. Verder achten wij, ondanks allerlei berichten, de kans klein dat er voor het einde van dit jaar een werkzaam en veilig vaccin op grote schaal voorradig zal zijn. Daarnaast valt te verwachten dat covid-19 niet het laatste virus zal zijn dat ons treft, omdat het tempo waarmee we met dit type virussen worden geconfronteerd eerder toe dan afneemt.
Flexibele schil
Ten tweede is er naast de structurele opschaling van de bestaande IC-capaciteit naar 120 procent (zoals voorgesteld in de eerste stap in het draaiboek pandemie deel 1 van het Ned Ver Intensive care (NIVC) duidelijk behoefte aan een flexibele schil (120% >200%) van IC-bedden Deze tweede stap is duidelijk nog niet concreet ingevuld, hetgeen ons grote zorgen baart.
Calamiteitenziekenhuizen
De oplossing ligt volgens ons in het aanwijzen van zogenoemde calamiteitenziekenhuizen. Dit zijn kleine tot middelgrote ziekenhuizen die vooral planbare zorg leveren (Poliklinische ingrepen, dagbehandelingen en short stay 2/5 dg) en die in geval van nood (in dit geval een Covid -19 pandemie) snel kunnen worden gereedgemaakt voor cohort behandeling.
Er zou in deze ziekenhuizen plaats gemaakt kunnen worden voor IC-units die alleen gebruikt worden als de nood aan de man is en er verdringing dreigt van reguliere zorg in de grote STZ ziekenhuizen.
De vrijwel onmogelijke opgave om bij maximale IC-bezetting besmette en onbesmette patiënten uit elkaar te houden wordt zo vermeden.
Personeelstekort
Ten derde zal er een oplossing gevonden moeten worden voor het nijpende personeelstekort. In het capaciteitsplan voor 2018-2024 van het capaciteitsorgaan zijn er grote zorgen over de bezetting van het verpleegkundig personeel op de IC.
Het capaciteitsorgaan becijfert dat tussen 2018 en 2024 tenminste 45 procent van het huidige IC-personeel door pensionering of anderszins zal afvloeien. Daarnaast blijkt uit de cijfers van het capaciteitsorgaan dat 6,2 procent van de IC-verpleegkundigen om hun moverende redenen voortijdig uitstromen.
Dit wordt slechts ten dele door de instroom vanuit de opleiding gecompenseerd. Het zorgaanbod van 3504 fte in 2024 blijft zo sterk achter bij de zorgvraag van 4418 fte. We zullen dus uit een ander vaatje moeten tappen.
Reservebestand van zorgmedewekers
Het staat, naar ons oordeel. buiten kijf dat zo snel mogelijk een reservebestand van zorgmedewerkers moeten worden ingericht waarop in tijden van nood een beroep kan worden gedaan. Mensen die niet meer werkzaam zijn in de zorgsector maar die wel na het volgen van aanvullende training en bijscholing tijdelijk in hun oude beroep kunnen worden ingezet. Op deze wijze kan er snel en flexibel worden opgeschaald. De honorering van deze reservisten kan gezien het tijdelijke karakter fors naar boven worden bijgesteld
Tijdelijke behoefte
Volgens ons is het onverstandig de problemen van een piek in de zorgvraag op te lossen met een structurele verhoging van het aanbod. Dat is verhoudingsgewijs duur en sluit ook niet aan bij de tijdelijke behoefte. Veel beter zou het zijn de aangewezen ziekenhuizen een beschikbaarheidsvergoeding te geven om voldoende infrastructuur op te bouwen om in tijd van nood snel als calamiteitenziekenhuis te functioneren. Dat kan relatief goedkoper en sluit beter aan op de tijdelijke zorgvraag.
Code zwart
En tot slot nog dit. In veel scenario’s wordt er gesproken over de zogenoemde ‘code zwart’, waarbij er triage plaatsvindt op medische gronden voor een plaats op de IC. En in het uiterste geval op niet medische gronden wanneer er geloot moet worden om een plekje. In een schatrijk land als Nederland met zijn triple A gezondheidszorg lijkt ons dat een regelrechte blamage.
Jan Sluimers, plastisch en reconstructief chirurg en oud-tropenarts n.p
Mede namens 60 medeondertekenaars