Dat blijkt uit tientallen reacties van gemeenten en hun vertegenwoordigers in een consultatieronde over het wetsvoorstel. Uit deze reacties wordt duidelijk dat het voorstel in hun ogen op veel punten niet deugt.
Hoog detailniveau
De VNG is bijvoorbeeld kritisch over het feit dat het Rijk zich ‘op hoog detailniveau’ bemoeit met de uitvoering van de jeugdzorg, terwijl ‘aan de noodzakelijke randvoorwaarden voorbij wordt gegaan’. Ook wordt met het wetsvoorstel ‘onvoldoende recht gedaan aan de regionale diversiteit en aan de ontwikkelende gemeentelijke praktijk’ en is er een sturende rol voor de NZa voorzien ‘die wezensvreemd is aan het sociaal domein’. Tot slot vreest de VNG dat het wetsvoorstel ‘de deur opent om continu nieuwe eisen aan gemeenten te stellen.’
Administratieve lasten
Veel gemeenten sluiten zich bij deze kritiek aan. De gemeente Utrecht schrijft bijvoorbeeld: “Het opzetten van een nieuwe, gedwongen, samenwerkingsvorm, betekent onnodige extra administratieve lasten doordat gemeenten tijd en geld moeten steken in nieuwe juridische constructies. Dat neemt opnieuw aandacht weg van waar het werkelijk om draait: het organiseren van goede zorg. Bovendien belemmert de wetswijziging gemeenten in de uitvoering van hun taken in de jeugdhulp.”
Te vrijblijvend
Volgens de ministers De Jonge en Dekker is de aanpassing van de wet, die officieel wordt aangeduid als Wet verbetering beschikbaarheid zorg voor jeugdigen, hard nodig. Dit onder meer omdat de specialistische jeugdhulp en jeugdbescherming onder druk staan vanwege de in de ogen van het kabinet te grote vrijblijvendheid in de gemeentelijke samenwerking. “Aanpassen van wetgeving is nodig om randvoorwaarden te verbeteren zodat alle betrokken partijen hun verantwoordelijkheden waar kunnen maken,” aldus de Memorie van Toelichting van de wet.
Zelf oplossen
De gemeenten erkennen dat de jeugdzorg beter kan, maar willen dit dus zelf oplossen. “Het wetsvoorstel ademt de geest van het Rijk als exclusief stelselverantwoordelijke, die naar believen bijkomende taken voor de lagere overheid’ kan bedenken,” aldus de VNG.
Het voorstel van het kabinet is daarmee voor de VNG onbespreekbaar. “Dit wetsvoorstel moet in deze vorm van tafel. Gemeenten en Rijk zijn onderdeel van één overheid en willen graag samen aan de slag om de jeugdhulp te verbeteren. Die gezamenlijkheid ontbreekt volledig in dit wetsvoorstel. In een context waarin gemeentelijke tekorten oplopen is het onaanvaardbaar nog nadrukkelijker op te schrijven wat gemeenten in het perspectief van het Rijk zouden moeten doen,” aldus de VNG.
De ministers De Jonge en Dekker hebben nog niet op de wens van de VNG gereageerd.