De GGD’en streven ernaar de voorrangsregeling vanaf eind volgende week van start te laten gaan. Essentieel zorg- en onderwijspersoneel krijgt voorrang totdat het tekort is opgelost. Dat tekort aan coronatests is de afgelopen tijd flink opgelopen, vooral door beperkte capaciteit in de laboratoria. Pas als die knelpunten zijn opgelost, kunnen de GGD’en opschalen.
Voor onderwijspersoneel geldt dat zij zich alleen met voorrang mogen laten testen als ze “nodig zijn om te voorkomen dat leerlingen geen onderwijs krijgen”, aldus De Jonge. “Deze keuze maak ik vanwege de maatschappelijke impact die het heeft als leerlingen niet naar school kunnen, terwijl alle kinderen verplicht zijn om onderwijs te volgen.” Mensen die op de uitslag van een test wachten, doen dat namelijk thuis. In die tijd zitten ook kinderen thuis bij ouders, die dan niet naar hun werk kunnen.
De minister heeft werkgevers in de zorg en het onderwijs opgeroepen zorgvuldig te zijn met het voorrangsproces, om te voorkomen dat tal van leraren en zorgmedewerkers zich met voorrang laten testen terwijl dit misschien niet noodzakelijk is. “Testen met voorrang kan alleen goed gaan als dit niet onnodig ten koste gaat van het kunnen testen van andere mensen met klachten”, schrijft de bewindsman.
GGD’en moeten per regio een voorrangssysteem inrichten. De onderwijzers en zorgpersoneel kunnen zich “via een eenvoudige procedure” bij de GGD aanmelden voor zo’n voorrangstest. De GGD’en praten met brancheorganisaties als zorgkoepels en onderwijsraden om dit praktisch uit te werken. “Zo wordt onderzocht of fast lanes voor zorgmedewerkers in het regionale ziekenhuis kunnen worden ingericht om de doorlooptijd kort te houden.” Voor onderwijspersoneel wordt gekeken of tests sneller kunnen terugkomen van het lab. (ANP)