Veel zorgmedewerkers hebben in de eerste helft van 2020 onder bizarre omstandigheden gewerkt. We kennen inmiddels de beelden en verhalen van personeel dat maandenlang, op voor hen onbekende afdelingen, vocht tegen een onbekende vijand.
De eerste treffer
Overduidelijk vormt dit een bedreiging voor de werkgelegenheid. Overbelasting, burn-out en daarmee uitval en uitstroom van personeel ligt op de loer. En onderschat het effect van demotivatie niet, zeker in het licht van het gestoethaspel rondom de zorgbonus. En het applaus voor de zorg heeft in de zomer plaatsgemaakt voor geluiden van probleemontkenners en maatregelnegeerders. Voor veel zorgmedewerkers, die nauwelijks zijn bijgekomen, voelt het als een klap in het gezicht.
De tweede treffer
Gezien het beeld van de overbelaste zorg zou je verwachten dat de werkgelegenheid in de zorg in afgelopen tijd is gestegen. Maar de eerste signalen wijzen op het tegendeel. Dát effect van corona blijft onderbelicht in de berichtgeving over zorg en welzijn. Het haalt hooguit wat regels in economische berichten.
De signalen
Medio augustus berichtte het CBS dat er binnen de zorg in het tweede kwartaal 5000 banen minder waren dan in het eerste kwartaal.
Medio september berichtte het CBS over een recordtoename van baanverlaters (mensen zonder betaald werk die drie maanden eerder wel betaald werk hadden) in het tweede kwartaal van 2020, binnen de zorgsector waren dat er 22.500. Deze cijfers verdienen nog wel wat nuance, maar het feit dat het aantal baanverlaters 60% hoger ligt dan in hetzelfde kwartaal van 2019 is hoe dan ook een sterk signaal.
Een uitgebreide analyse van de vacatures op BrabantZorg.Net volgt later, maar grofweg kunnen we stellen dat het aantal vacatures sinds het begin van de coronacrisis met een kwart is gedaald.
Het feit dat de werkgelegenheid tijdens de coronacrisis is gedaald, lijkt misschien raar, gezien alle verhalen over de hoge werkdruk en de extra inzet gedurende de crisismaanden. Maar tegelijkertijd zagen we dat veel reguliere zorg werd afgeschaald, uitgesteld of helemaal niet geleverd. Niet alleen binnen de ziekenhuizen, maar ook in andere zorg- en welzijnsvelden, kwamen heel veel activiteiten tot stilstand en stokte de instroom van cliënten.
Veel werknemers hebben gedurende de crisismaanden minder, en soms zelfs helemaal geen werk, gehad. Dat deze verhalen niet of nauwelijks voor het voetlicht komen, vind ik opmerkelijk. Je leest volop verhalen over mensen die in de hectiek hebben gewerkt en er zijn ook veel verhalen over alle negatieve effecten van het uitstellen van reguliere zorg- en welzijnsactiviteiten. Praten over het feit dat de werkdruk juist enorm daalde en dat dit misschien ook bepaalde voordelen had, lijkt vooralsnog ongepast of ongewenst. Terwijl die verhalen volgens mij ook waardevol zijn en lessen voor de toekomst kunnen opleveren.
Zorgverlening staat alweer onder druk
De aangekondigde tweede coronagolf is inmiddels een feit. Er verschijnen alweer berichten van ziekenhuizen die reguliere zorg uitstellen of vrezen daartoe te moeten overgaan. De reguliere zorg was nog niet op peil en komt dat op deze manier ook niet. Zodoende lijkt het erop dat we een vergelijkbaar scenario krijgen met het tweede kwartaal. En met het winterseizoen voor de deur mag je verwachten dat het nu langer zal duren dan een kwartaal. Ténzij er andere manieren komen om het coronavirus in te dammen, verwacht ik daarom dat de werkgelegenheid de komende kwartalen zal dalen.
De derde treffer
De coronacrisis heeft ook effect op de zorgkosten. In de Miljoenennota 2021 is te lezen dat de uitgaven aan zorg in 2020 en 2021 aanzienlijk hoger zullen zijn als gevolg van extra uitgaven door de coronacrisis. En de al eerder ingezette stijging van de zorgkosten gaat onverminderd door. Het aandeel van het Nederlandse bbp dat we uitgeven aan zorg zal, bij ongewijzigd beleid, in de periode 2015 -2060 met 29% stijgen. De inmiddels bijna traditionele frase dat de betaalbaarheid van zorg onder druk komt te staan, is daarom ook weer opgenomen.
Klappen of lappen?
Omdat de zorgpremies volgend jaar waarschijnlijk behoorlijk stijgen, gaat iedereen de toenemende zorgkosten rechtstreeks in de portemonnee voelen. Bovendien het is niet uitgesloten dat de zorgpremies, als gevolg van de coronacrisis, in de toekomst verder zullen stijgen. Al snel zal blijken hoeveel mensen het klappen voor de zorg willen omzetten in lappen voor de zorg en hoeveel mensen vinden dat ‘het zo niet langer kan.’
De verkiezingen komen in zicht en het sentiment in de samenleving zal bepalen in hoeverre politieke partijen het aandurven om beperken van de zorguitgaven tot een campagne-onderwerp te maken. Maar dat dit wél een rol gaat spelen bij de toekomstige begrotingsbesprekingen lijkt me onvermijdelijk. En ik verwacht niet dat het dan gaat over nog meer geld voor de zorg.
Hoe lang corona ons leven blijft beïnvloeden, is vooralsnog volkomen onduidelijk. Persoonlijk heb ik weinig hoop op een snelle oplossing. En zelfs als die er wel komt, is het volgens mij zeker dat de arbeidsmarkt van zorg en welzijn nog heel lang de negatieve gevolgen van de coronacrisis zal ondervinden.
Martin van Berloo
Beleidsmedewerker Strategische Analyse