Huisartsen maken zich grote zorgen over de continuïteit van de huisartsenzorg dit najaar. Ze vinden het lastig om de reguliere huisartsenzorg te combineren met de veelal intensieve zorg voor coronapatiënten die thuis zijn. De komende maanden wordt er een grote drukte verwacht, blijkt uit het onderzoek dat onderzoeksbureau Newcom in juli en augustus 2020 uitvoerde in opdracht van de Landelijke Huisartsen Vereniging. Zo’n 1600 huisartsen vulden de vragenlijst in.
Speciale corona-huisartsenposten
De afgelopen maanden lieten huisartsen grote flexibiliteit en betrokkenheid zien. Dit uitte zich onder andere in nieuwe initiatieven die van de grond kwamen, licht LHV-voorzitter Ella Kalsbeek toe. “In crisissituaties als deze is het belangrijk dat je snel handelt. Gelukkig hadden we daar op voorhand goede draaiboeken voor, en waren er in een paar dagen tijd al grote veranderingen gerealiseerd. Een van de belangrijkste is dat mensen met mogelijke infecties snel gescheiden werden van andere patiënten, zodat zij elkaar niet zouden tegenkomen bij de huisarts. Er is toen heel intensief samengewerkt om praktijken en posten te creëren waar mensen specifiek met coronaklachten terechtkonden.”
Het lijkt misschien dat dit soort initiatieven alleen ontstonden in regio’s waar veel corona voorkwam. Dat misverstand neemt Kalsbeek weg. “Dit gebeurde overal, niet alleen in het zuiden. Ook elders in het land werd de huisartsenzorg anders ingericht. Naast de speciale ‘coronaposten’ betekende dat ook: langere pauzetijden tussen consulten zodat patiënten elkaar niet zouden tegenkomen, en het zodanig inrichten van de wachtkamer dat de 1,5 meter gewaarborgd kon worden.”
Inhalen en op gang houden
De huisartsen in het onderzoek geven aan zich grote zorgen te maken over de continuïteit van de huisartsenzorg. De uitdaging ligt enerzijds in het op gang houden van de reguliere, niet-coronagerelateerde zorg, en anderzijds in het inhalen van alle uitgestelde zorg.
Kalsbeek: “Er is een groep patiënten die in de afgelopen maanden terughoudend is geweest om naar de huisarts te gaan, en ook nu nog angstig is om dat te doen. Ook patiënten met een chronische ziekte die eigenlijk meer ‘in de gaten gehouden’ moeten worden. Bij deze laatste groep gaat het ook om ouderen en kwetsbaren die niet zo makkelijk naar de huisartspraktijk kunnen komen. De kans bestaat dat zij op die manier uit het vizier raken, wat we echt te allen tijde moeten voorkomen.”
Sectorbreed capaciteitsprobleem
Een ander pijnpunt uit het onderzoek is dat huisartsen tijdens de pandemie minder tijd konden besteden aan contact met ouderen en sociaal zwakkeren thuis. Daar maken ze zich ook voor de komende tijd nadrukkelijk zorgen over. Een plan voor hoe dit beter kan worden geregeld dit najaar is er niet. De oorzaak ligt voornamelijk bij het capaciteitsprobleem, waar de hele zorgsector mee kampt, legt Kalsbeek uit. “Iedereen heeft nu te maken met een capaciteitsprobleem, dat is het lastige. En nu het aantal besmettingen groeit, krijgen ook huisartsenpraktijken natuurlijk te maken met personeelsuitval.”
Groter beroep op huisarts
Voor sociaal zwakkeren geldt daarbij dat corona relatief vaker een negatieve impact heeft op de persoonlijke situatie, benadrukt Kalsbeek. “Thuiswerken is voor niemand een pretje. Maar als je ruim woont en je hebt een vaste baan, à la, dan is het te doen. Maar stel je voor dat je zzp’er bent, zeer klein behuisd bent en kleine kinderen hebt. Als je dan ook nog eens je baan verliest als gevolg van de coronacrisis, is het gewoon hartstikke zwaar. Deze mensen krijgen dan te maken met gezondheidsklachten en doen vervolgens een beroep op de (huisartsen)zorg.”
Voorrang op testen onvoldoende
Inmiddels heeft het zorgpersoneel voorrang gekregen op coronatesten. Maar met de verwachte toeloop aan patiënten lijkt alleen voorrang niet voldoende te zijn, meent Kalsbeek. “De praktische invulling van de afgesproken ‘fast lane’ voor zorgverleners moet zo snel mogelijk op orde komen. Nu moeten mensen soms wel vier dagen wachten op de uitslag, en zij zitten al die tijd thuis. Dat is lang, er zijn zelfs hele huisartsenpraktijken gesloten door dit probleem. Veel praktijken moeten het nu doen met driekwart van de bezetting, en dat is niet genoeg om de reguliere zorgvraag door te kunnen laten draaien.”
Lessen
Tijdens de eerste maanden van de pandemie gingen huisartsen en hun teams noodgedwongen anders werken. Welke lessen trekt de huisartsenzorg hier uit? En wat blijft overeind bij de tweede golf? Het gescheiden patiënten zien, is iets wat in ieder geval nu weer gebeurt, zegt Kalsbeek. “Opnieuw worden er op veel plaatsen speciale huisartsenpraktijken en -posten ingericht. Vanmorgen las ik iets over twee praktijken die het zodanig hadden verdeeld dat de een alle corona-achtige luchtweginfecties deed, en de ander de ‘gewone’. Het gescheiden patiënten zien zal voorlopig blijvend zijn.”
Daarnaast zal beeldbellen, dat een enorme toevlucht heeft genomen in de eerste golf, ook voortgezet worden, denkt Kalsbeek. “Daar zal heus niet alles van overeind blijven, maar een deel zal blijven: voor sommige aandoeningen, bij sommige patiëntengroepen. Zowel huisartsen als patiënten zien de praktische meerwaarde ervan in.”
‘Wees niet bang om te komen’
In de eerste golf bleven veel patiënten weg. Uit angst, of om huisartsen niet ‘onnodig te belasten’. Hoe kan dat worden voorkomen de komende tijd? Volgens Kalsbeek komt dit toch neer op het afwegingsmechanisme bij de patiënt zelf. “Bij klachten kijkt de een het nog even aan, en de ander staat direct bij de huisarts op de stoep. Dat is dus heel afhankelijk van de patiënt zelf. Informeer gewoon bij de doktersassistent. Die kan een goede afweging maken, en, soms in overleg met de huisarts, beoordelen hoe urgent uw situatie is. Wees vooral niet te bang. En kijk ondertussen op thuisarts.nl, om zelf een inschatting te maken.”
Minder ‘symptoombestrijding’
De manier waarop huisartsen hun werk uitvoeren is erg veranderd door de coronapandemie. Positief in ieder geval is, aldus Kalsbeek, dat er nu meer tijd is per patiënt doordat er met grotere tussenpozen gewerkt wordt. “Huisartsen geven aan meer rust te ervaren in het gesprek. Dat is veel huisartsen goed bevallen. Het gaat dan niet alleen over de puur medische klachten, maar ook over wat er achter zit. Zo kom je dichter bij de kern van het probleem, in plaats van dat je alleen symptomen bestrijdt.”