Intrakoop bekeek samen met accountants van Verstegen 262 jaarverslagen van jeugdzorgorganisaties, samen goed voor 85 procent van de totale omzet van de jeugdzorg. Daaruit komt een grim beeld naar voren. Het gaat al jaren bergafwaarts met de resultaten in de jeugdzorg. In drie jaar tijd is het aantal verlies draaiende aanbieders verdubbeld, van 47 instellingen in 2017 naar 60 in 2018 en 80 in 2019.
Amper half procent rendement
Aan de hoeveelheid werk die de jeugdzorg verzet ligt het niet. Het aantal kinderen en jongeren dat jeugdhulp nodig had, nam met ruim 16 duizend toe. In totaal waren in 2019 ruim 360 duizend kinderen en jongeren in behandeling of onder begeleiding. Door de toename van het aantal cliënten stegen de kosten voor voeding en verblijf en therapie en geneesmiddelen. De totale inkoopkosten stegen met 8 procent tot boven een miljard euro. De omzet in de sector steeg ook, met 7 procent. Samen zetten de jeugdzorgaanbieders 2,8 miljard euro om. Het rendement dat ze daaruit halen is echter amper een half procent, zo schrijft Intrakoop. Het is veruit het laagst van alle branches in de zorg.
Stroppenpot leeg
Met zo’n mager rendement is het voor veel jeugdzorgorganisaties moeilijk om een buffer op te bouwen. Steeds minder aanbieders voldoen aan de gangbare eis voor het aanhouden van reserves, een weerstandsvermogen van 15 procent. “Met andere woorden: de stroppenpot raakt leeg”, stelt Intrakoop. “Het aantal organisaties met onvoldoende reserves is in 2019 met 8 procent gestegen van 119 naar 128. Dit betekent dat bijna de helft van de onderzochte organisaties een vermogenspositie heeft die kwetsbaar is, waardoor het steeds moeilijker wordt (grotere) tegenvallers op te vangen. Dit betreft overigens vooral de kleinere organisaties: 90 van de 128 organisaties met een weerstandsvermogen onder de 15 procent vallen in de omzetklasse 0-10 miljoen euro. De grotere organisaties hebben gemiddeld genomen een wat robuustere vermogenspositie.”
165 miljoen euro aan externe inhuur
Een belangrijke oorzaak voor de verslechterende resultaten in de sector zijn de stijgende bedrijfslasten. Zo stegen de personeelskosten met 7 procent tot 2 miljard euro. De sector kampt met een hoog verzuim en verloop en steeds meer vacatures die moeilijk te vervullen zijn. Daardoor namen de kosten voor externe inhuur toe, met 6,3 procent tot 165 miljoen euro. Daarnaast zijn ook de afgesproken tarieven met gemeenten niet altijd kostendekkend en worstelen jeugdzorgaanbieders met hoge administratieve lasten.
Systeempartijen
Het is niet voor het eerst de problemen bij de grote aanbieders aan het licht komen. Jeugdzorg Nederland maakte zelf ook al een analyse van de jaarverslagen uit de sector en kwam met dezelfde conclusies. Opvallend is dat vooral grotere organisaties het moeilijk hebben. Het gemiddelde resultaat van organisaties met een omzet van meer dan 25 miljoen euro is zelfs negatief. Vaak gaat het dan om zogeheten systeempartijen, organisaties die belangrijk zijn voor de sector vanwege hun opleidingsfunctie, preventie-activiteiten en kennis van meervoudige complexe casuïstiek.
Veel kleinere zorgaanbieders gaat het financieel juist voor de wind, stelde brancheorganisatie Jeugdzorg Nederland vast. Voorzitter Hans Spigt pleitte in Zorgvisie voor andere tarieven voor systeempartijen. “Een zorginstelling die zware, gesloten jeugdzorg aanbiedt kun je niet vergelijken met een aanbieder van dyslexiehulp. Beide moeten er zijn, maar ze krijgen met heel verschillende vraagstukken te maken. Je kunt ze niet op een hoop gooien”, zei hij vorige maand.
In navolging van Jeugdzorg Nederland waarschuwt ook Intrakoop dat de zorgelijke positie van systeempartijen de continuïteit van de zorg in gevaar brengt. “De financiële resultaten in de jeugdzorg zijn flinterdun en dat is zorgelijk”, stelt Ruud Plu, directeur/bestuurder van Intrakoop. “Een rendement van amper een half procent is een schijntje. Daarnaast draaien steeds meer grotere organisaties met verlies, terwijl juist zij complexe en gespecialiseerde zorg bieden en daarom cruciaal zijn voor de zorg aan kwetsbare kinderen en jongeren.”