Het artikel in Trouw riep veel verontwaardigde reacties op. En niet alleen van basispsychologen, trouwens ook academisch opgeleid, die zich hierdoor op z’n zachtst gezegd als tweederangs behandelaar in de hoek gezet voelen. Ook onze GZ-psychologen (BIG-geregistreerd) trokken hun wenkbrauwen op. Logisch, want de gemiddelde lezer heeft geen flauw idee van deze hokjesdiscussie. Geen idee wat BIG, GZ, klinisch of basis is. Dus lezen ze dat alle psychologen op dat ‘onverantwoorde’ niveau werken. En dat past mooi in het bestaande frame dat er meer in de zorg niet op orde is.
Inspirerende samenwerking
Dat lijkt mij niet de bedoeling. In de dagelijkse praktijk zien wij juist een uiterst inspirerende samenwerking tussen GZ-psychologen en basispsychologen die tot een hoge cliënttevredenheid leidt (CQI-score 8,6, zie www.caredate.nl ). Inspirerend, mede omdat de basispsychologen een stevige ervaring hebben en zich continu ontwikkelen en bijscholen. Ik ben steeds weer verrast door die persoonlijke, ambitieuze plannen om de vakkennis steeds verder te verbreden en verdiepen. Maar waarom zijn ze dan geen GZ-psycholoog? Een belangrijk deel van hen heeft er bewust voor gekozen om zich aan het begin van hun carrière niet te laten uitbuiten via een werkervaringsplek. Het gesloten systeem van de GZ-opleiding bestaat nog steeds en daar gaat de ‘vernieuwende structuur’ weinig verandering in brengen.
Draaideurcliënten
De strengere eisen gaan volgens de beroepsverenigingen ook leiden tot kortere wachtlijsten. Zij onderbouwen dat als volgt: al die verkeerde behandelingen door onervaren behandelaars leiden ertoe dat sessie na sessie mislukt, waardoor mensen soms al ‘draaideurcliënten’ in de ggz blijven hangen. Dit argument ben ik nog niet eerder tegengekomen. Het zou dus ook betekenen dat de hoofd behandelaren (BIG) niet opletten en er maar een potje van maken. Een typische redenatie.
Cliëntregie
Het blijft een ding in de zorg: allerlei instanties bedenken structuren en regels, terwijl het in de dagelijkse praktijk anders en in het algemeen goed werkt. Zelfs minister De Jonge gaf na de eerste lockdown aan “onder de indruk te zijn van het zelf organiserend vermogen van de zorg”. En volkomen terecht. Natuurlijk, je moet altijd blijven werken aan kwaliteitsverbetering en duidelijkheid voor patiënten/cliënten. Er is veel werk te doen. Meer cliëntregie, betere onderlinge samenwerking en afstemming, het niet nodeloos rondschuiven van cliënten en het verder ontwikkelen van eHealth. En niet te vergeten: JZOJP, de Juiste Zorg Op de Juiste Plek, waarvan de samenwerking tussen GZ’ers en basispsychologen een schoolvoorbeeld is. De basispsycholoog kan, uiteraard goed begeleid, veel belangrijk werk doen, zeker in de BasisGGZ, waardoor extra ruimte ontstaat voor gespecialiseerde zorg. Met het aanstaande zorgprestatiemodel (meer samenwerking en ‘ontschotting’) liggen er kansen voor een duurzame inzet en behoud van professionals in de zorg.
Veel werk dus, waar positief nieuws over gemeld kan worden. Het is beter om daarmee de pers op te zoeken. De berichtgeving van de afgelopen week in dagblad Trouw doet denken aan de discussie van ruim een jaar geleden rond de verpleegkundigen (Wet BIG II). En we weten nog goed hoe die is afgelopen.
Nico Kamminga
Oprichter CareDate
G.G.A. Schuitemaker
Als ervaren klinisch psycholoog (BIG artikel 14) kan ik de inhoud van het rapport over de nieuwe beroepenstructuur alleen maar onderschrijven. Er worden structureel door het ministerie van VWS veel te weinig gesubsidieerde opleidingsplaatsen beschikbaar gesteld voor BIG geregistreerde gezondheidszorgpsychologen. Daardoor kan slechts een klein deel van de opgeleide masterpsychologen instromen en worden talentvolle enthousiaste masterpsychologen gedwongen om dan maar zonder een gedegen opleiding in de zorg te gaan werken. Veel werkgevers vinden dit aantrekkelijk: ze zijn jong en goedkoop. Inmiddels wordt het stuwmeer van collega’s die de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog willen doen, elk jaar groter.
In de medische zorg zouden we het onacceptabel vinden wanneer een coassistent een hartoperatie zou uitvoeren. In de geestelijke gezondheidszorg zou het wel acceptabel zijn om zonder basisopleiding in de zorg depressieve suïcidale patiënten te behandelen?
Gerdien Schuitemaker
Nico Kamminga
Beste Gerdien,
Je raakt hier een belangrijk punt: te weinig opleidingsplaatsen. Die discussie is er al lang, ik krijg nog regelmatig verhalen langs over de misstanden rond werkervaringsplekken. Inderdaad, veel werkgevers vinden basispsychologen blijkbaar aantrekkelijk en goedkoop. En blijkbaar spelen er allerlei belangen om dat zo te houden en het door jou genoemde stuwmeer te laten groeien. Want als VWS structureel te weinig plekken subsidieert moeten er toch andere oplossingen kunnen worden bedacht voor wat betreft financiering en inrichting van zo’n opleiding? Het had beter geweest als de beroepsverenigingen daarover met een idee in de publiciteit waren gekomen. We gaan het anders doen, het probleem oplossen. Overigens: een hartoperatie wordt uitgevoerd door een chirurg. Die doet dat niet in zijn of haar eentje, maar met een team waar bijvoorbeeld de coassistent onderdeel van is. Volgens mij werkt dat teamwork in een professionele ggz-instelling of praktijk in grote lijnen hetzelfde. Waarbij ik mij niet goed kan voorstellen dat een beroepsvereniging van chirurgen over coassistenten gaat beweren dat ze niet vakbekwaam zijn. Vandaar mijn verbazing.
Gegroet, Nico Kamminga
Alberts
Punt is dat de koppeling tussen universiteiten en postdoc opleidingen ontbreekt. Er kunnen dus veel meer psychologen op de universiteit beginnen in betreffende afstudeerrichting dan er GZ plekken zijn. Dat is niet uniek voor psychologen, voor andere specialismen zijn opleidingsplekken ook beperkt. Niet elke basisarts kan chirurg worden, of oogarts, etc. Het wil niet zeggen dat men daarom niet BIG geregistreerden maar zonder die registratie aan het werk moet zetten. Die mensen hebben enkel een master psychologie en geen vakinhoudelijke opleiding. Dit wil niet zeggen dat ik alle argumenten van de beroepsverenigingen onderschrijf, maar het uitgangspunt wel: alleen zelfstandig of onder supervisie werken in een opleidingssituatie of met BIG registratie.