Dit najaar hebben huisartsen opnieuw minder verwijzingen kunnen doen naar ziekenhuizen voor zorgvragen die kunnen duiden op kanker. Het aantal verwijzingen bij mogelijk oncologische zorgvragen lag vorige week op 73 procent van wat we zouden verwachten zonder corona-uitbraak. Dat blijkt uit de verwijzingsrapportage voor ziekenhuiszorg door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De NZa baseert zich op cijfers van ZorgDomein.
Oncologie
Na de zomervakantie steeg het aantal verwijzingen voor oncologische zorgvragen tot een piek van bijna 10.800 verwijzingen in de week van 6-12 september. Dat was hoger dan in eerdere jaren. Dat duidt mogelijk op inhaalzorg. Daarna is er sprake van een daling tot de herfstvakantie en zakte het aantal verwijzingen onder het niveau van 2018 en 2019. Deze daling is minder sterk dan tijdens de eerste golf. In de laatste weken stijgt het aantal verwijzingen weer licht maar het blijft onder de aantallen van eerdere jaren.
Klachten melden
Dat het aantal verwijzingen voor zorgvragen die kunnen duiden op kanker terugloopt, is zorgelijk, stelt de NZa. Of dit ook betekent dat minder tumoren worden gevonden, is nog niet duidelijk. In de volgende NZa-rapportage over de gevolgen van de corona-uitbraak voor de oncologie verwacht de NZa hierover inzicht te kunnen delen, op basis van gegevens van IKNL. NZa-voorzitter Marian Kaljouw benadrukt dat mensen met gezondheidsklachten contact op moeten nemen met de huisarts. “Als mensen te lang blijven rondlopen met klachten, kunnen zij gezondheidsschade oplopen. Als je contact opneemt met de huisarts kan deze beoordelen wat er nodig is.”
Verwijzingen naar alle ziekenhuiszorg
Het totaal aantal gemiste verwijzingen naar de hele medisch specialistische zorg is opgelopen tot 1,03 miljoen. Het aantal verwijzingen lag vorige week op 72 procent van het verwachte aantal zonder corona. Dat percentage is de afgelopen weken redelijk stabiel. Dat huisartsen minder verwijzen betekent niet dat al deze mensen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben. Een deel van deze zorg zal niet ingehaald worden, bijvoorbeeld omdat patiënten door de huisarts behandeld kunnen worden of omdat klachten vanzelf over gaan.