Hoofdredacteur Simon Broersma ging over de toekomst van het Nederlandse geneesmiddelensysteem in gesprek met David Jongen, bestuursvoorzitter van Zuyderland en vicevoorzitter van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en John Luijs, partner bij Deloitte.
John Luijs is auteur van de studie ‘Toekomstbestendigheid geneesmiddelen’. Hij zegt in de Q&A dat het in Nederland wat betreft betaalbaarheid en beschikbaarheid van geneesmiddelen relatief goed gaat als je het vergelijkt met andere landen. “Maar er zijn zorgen over de toekomst.”
Dilemma
“Wat doen we als er een nieuwe chirurgische techniek of een nieuw medicijn is waarmee we meer levensjaren kunnen creëren? Zijn we bereid daar extra voor te betalen?” De vraag die Luijs stelt, maakt duidelijk hoe moeilijk de discussie is. Het valt hem op dat een business case voor kwaliteit in de zorg uiteindelijk ook moet leiden tot lagere kosten. “Het lijkt er op dat we niet bereid zijn om de zorgkosten te laten toenemen. Als je wel extra kwaliteit wilt toevoegen, moet het van een ander budget af. Dat leidt ook weer tot discussies over zinnige zorg en de juiste zorg op de juiste plek.”
Druk op systeem
De uitgaven aan dure intramurale geneesmiddelen groeien harder dan het totaalbudget van het ziekenhuis. “Het budget voor dure medicijnen was 5 procent en nu is dat 10 procent”, zegt Jongen. “Dat zet veel druk op het systeem. Er is te weinig geld beschikbaar, dus we zullen als land keuzes moeten maken.” Simpelweg meer geld zal niet de oplossing zijn, gelooft Jongen. “Volgens mij moeten we met belangrijke partijen een fundamentele discussie voeren en meerjarenplan maken: wat komt er aan, wat gaan we toelaten, wat gaat het kosten en welk budget hebben we er voor over?” Welke stakeholders daar volgens Jongen bij zouden moeten aansluiten, hoort u in de Q&A.
—
Deze Skipr Q&A is een samenwerking tussen Skipr en de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen