Bij medisch-generalistische zorg (MGZ) gaat het vooral om ouderen en mensen met een verstandelijke beperking die een complexe zorgvraag hebben. Van Ark deelt het advies van de NZa om de MGZ voor mensen met een Wlz-indicatie onder te brengen in de Wlz of de Zvw. Vanwege de voordelen die ze ziet bij de regionale inkoop en de organisatie van de MGZ, heeft ze een voorkeur voor bundeling van de zorg in de Zvw.
Van Ark vindt het echter “niet gepast” om twee maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen een dergelijk ingrijpend besluit te nemen. Tot er een nieuw kabinet zit, zal de NZa in opdracht van Van Ark de opties verder uitwerken met Zorginstituut Nederland en andere partijen. De minister realiseert zich dat de stelselwijziging enkele jaren vergt om de wetswijzigingen en budgettaire verschuivingen tussen de Zvw en Wlz te regelen en aanpassingen te doen in de bekostiging van de zorginkoop.
Voordelen bundeling
Voordelen van bundeling van de zorg binnen één stelsel is volgens Van Ark dat de MGZ-zorg dan beter beschikbaar wordt: “Die moet niet alleen overdag, maar ook in de avond, nacht en weekenden (ANW), 24 uur per dag, zeven dagen per week (24/7) beschikbaar zijn. We werken aan de toegankelijkheid van MGZ voor alle patiënten die daar behoefte aan hebben, ook patiënten met een complexe zorgvraag. Op dit moment is dat niet vanzelfsprekend.”
Nu zijn er bijvoorbeeld twee stelsels voor inrichting van de 24/7-zorg, verdeeld over zorgverzekeraars en zorgkantoren. “Die gedeelde verantwoordelijkheid leidt tot onduidelijkheid en complexiteit”, vindt Van Ark. “In de Wlz bestaan bijvoorbeeld geen specifieke prestaties en tarieven voor de bekostiging van huisartsenzorg. Het is voor huisartsen daarom niet mogelijk huisartsenzorg aan Wlz-patiënten die verblijven in een instelling met behandeling, eenvoudig te declareren.”
Zorg beschikbaar
Van Ark in de Kamerbrief: “We werken eraan dat deze zorg op de juiste plek, en daarmee plaats-onafhankelijk, beschikbaar is: in de eerste lijn, binnen het eerstelijnsverblijf (ELV), de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) en in de langdurige zorg voor patiënten met een Wlz-indicatie. Huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en artsen voor verstandelijk gehandicapten, die ieder een rol hebben in het leveren van MGZ aan mensen met een complexe zorgvraag, moeten voldoende worden gefaciliteerd.”
Na gesprekken met zorgpartijen constateert de minister “een groeiende urgentie voor de aanpak van dit vraagstuk”. Ze wijst op de schaarste aan artsen die MGZ verlenen, de toename van patiënten met een complexe zorgvraag en het stijgende aantal mensen die met een complexe zorgvraag thuis blijven wonen of naar een kleinschalige woonvorm verhuizen.
NZa-advies
In het NZa-advies aan Van Ark noemt de zorgautoriteit ongeveer dezelfde knelpunten in de MGZ: een zwaardere zorgvraag van patiënten, ontbrekende randvoorwaarden, ontbrekende samenwerking in de keten en aanbiedersgerichte en versnipperde bekostiging van MGZ. De NZa constateerde: “Als de zorgplicht bij één partij komt te liggen voorzien we complexiteitsreductie en doelmatigheidsopbrengsten”.
Op een congres van Zorgvisie in 2019 kwam het probleem ook al op tafel. Ook de Tweede Kamer drong in november vorig jaar aan op maatregelen.
Jan Bergen
…toch een kleine stelselwijziging…