Af en toe
“Met uitzondering van de blaastest, hoeft niemand ooit mee te werken aan zijn eigen vervolging”, aldus Kohnstamm. “Maar een dokter moet, om vrijuit te gaan, de euthanasie melden die mogelijk kan leiden tot vervolging wegens moord.” Volgens Kohnstamm “zal het vast af en toe voorkomen” dat artsen euthanasie toepassen, maar het palliatieve sedatie noemen. In dat laatste geval wordt het leven van een patiënt niet actief beëindigd, maar wordt de persoon in kwestie in een diepe slaap gebracht. Na een tijdje overlijdt iemand dan vanzelf.
Normaal medisch handelen
De vertrekkend voorzitter van de toetsingscommissies merkt op dat palliatieve sedatie onder normaal medisch handelen valt, maar euthanasie niet. “Voor een arts liggen die twee dicht bij elkaar. Het ene valt onder het tuchtrecht, en het andere onder het tuchtrecht én het strafrecht.” Hij vindt dat over een wetswijziging “moet worden nagedacht”. Want: “De meldingsbereidheid van artsen is iets dat we moeten koesteren. Daar helpt het strafrecht niet bij.”
Palliatieve sedatie
Palliatieve sedatie is de afgelopen jaren flink toegenomen. In 2019 bleek dat de toepassing in tien jaar tijd was verdrievoudigd tot ruim 35.000 keer per jaar. Ook Kohnstamm ziet “steeds vaker verslagen van artsen die aan een patiënt vragen of in plaats van euthanasie palliatieve sedatie niet een optie is”.
Zorgvuldig
Justitie vervolgde vorig jaar nog een verpleeghuisarts die de euthanasiewens had ingewilligd van een demente vrouw. De patiënt had haar wens opgesteld toen ze nog goed bij zinnen was, maar kon die niet goed meer bevestigen. De Hoge Raad oordeelde dat de arts wel degelijk zorgvuldig had gehandeld. (ANP)