Robbert Huijsman heeft in zijn fraaie reeks over de verkiezingsprogramma’s voor de aanstaande Tweede-Kamerverkiezingen laten zien dat alle partijen wel aandacht besteden aan deze problemen, maar het vooral zoeken in veelgehoorde kreten als ‘technologische innovatie’, ‘kleinschaligheid’ en ‘cliëntgericht werken’. Dat is zo vanzelfsprekend dat het geen betoog meer behoeft. Wat echter nog vaak ontbreekt is de vraag of specialisatie in de ouderenzorg een van de oplossingen is.
Een Huntington-team voor een Huntington-patiënt
In termen van kennismanagement is ‘specialisatie’ het vermogen om van één iets heel veel te weten, en van de rest maar heel weinig. Dat klinkt eenvoudiger dan het is, want de specialist moet weten waar de grenzen van haar/zijn kennis liggen. En de zorgvrager moet weten bij welke specialist zij/hij moet zijn. Bij een toename van de zorgvraag is het immers zonde van het schaarse aanbod als een complexe zorgvraag moet worden opgelost door een niet-specialist, ofwel door iemand die denkt het ook wel te weten. De risico’s daarvan zien we dagelijks in coronadebatten in de media.
Als een patiënt met de ziekte van Huntington bijvoorbeeld last heeft van moeilijk verstaanbaar gedrag, zal een team dat vooral ervaring heeft met mensen met dementie, in de problemen komen. Zij weten er wel iets van, maar komen er toch niet goed uit. Zij lijden dan onder de hoge werkdruk en vragen al gauw om meer collega’s. Een empathische bestuurder of betrokken Kamerlid zal dan niet snel ‘nee’ durven zeggen. Niemand krijgt graag het verwijt ‘geen hart voor de zorg te hebben’.
Maar het probleem ligt niet zozeer in het aantal collega’s en ook niet in hun opleidingsniveau. Het probleem ligt in het feit dat deze patiënt met Huntington waarschijnlijk gedragsvragen heeft die een gespecialiseerd Huntington-team wel kan oplossen. Dit voorbeeld is ook te vertellen met patiënten met Korsakov of geriatrische revalidanten met toenemende cognitieve problemen, of mensen met dementie en een niet-westerse achtergrond.
Als het zo logisch is, waarom is specialisatie dan veel meer gemeengoed in de curatieve zorg dan in de langdurige zorg?
‘Specialisatie’ heeft een slechte naam…
Als we in de tandartsstoel belanden met een complexe ingreep in het vooruitzicht, hebben we geen enkele moeite met een specialist – integendeel. Maar voor de ouderenzorg denken we bij ‘specialisatie’ al gauw aan kille ziekenhuisgangen, bevolkt door artsen met een hamer, die overal een spijker in zien. En dat is niet hoe we willen dat de ouderenzorg is. We hebben meer een romantisch beeld van een bejaardenhuis waar oma gezellig zit te rummikuppen met lieve verzorgenden, ongeveer zoals we het ons herinneren toen we op bezoek gingen bij oma in de jaren ’70.
Gelukkig kunnen nog een heleboel opa’s en oma’s rummikuppen, alleen doen ze dat gewoon thuis en niet meer in bejaardenhuizen. Niet zozeer omdat die zijn wegbezuinigd, maar omdat onze ouders nu en wij straks helemaal niet meer willen wonen in een bejaardenhuis, maar liever thuis blijven. De toename in de ouderenzorg komt ook helemaal niet door deze kwieke thuiswonende ouderen. Die komt wel door de toename van complexe zorgvragen van ouderen met verschillende achtergronden en verschillende toekomstbeelden.
…maar is juist cliëntgericht
Dat vereist van ons een realistisch beeld van de langdurige zorg en de acceptatie van gespecialiseerde verpleeghuizen, waarin echte specialisten precies de juiste zorg aan de juiste cliënt kunnen geven. Waarin een verbinding bestaat tussen behandelaren in het verpleeghuis en onderzoekers in de UMC’s en de lectoren op de hogescholen. En waarin behandelaren en zorgpersoneel tijd en aandacht hebben om (praktijkgericht) onderzoek te doen. Ofwel, zich specialiseren in de zorgvraag van hun cliënten. Als dat niet cliëntgericht werken is!
David Engelhard
Directeur Stichting Topcare
sjefdenuyl
Wat ik me afvraag is welke discipline de coördinatie gaat verzorgen?
pmmbakens@gmail.com
Beste David (en Sjef),
Ook dit wiel is allang uitgevonden, en wel door Top-specialist ouderenzorg Bertholet. Zie het interview met haar in het komende februarinummer van Denkbeeld (vakblad over dementie) en check uiteraard haar bijzonder informatieve website: https://praktijkouderengeneeskunde.nl
sjefdenuyl
Zijn er al meer praktijken waarop dit op deze wijze is georganiseerd?
AK koning Koning
Beste David en Sjef
Blijkbaar is de wereld van de specialiste ouderengeneeskunde niet helemaal helder voor jullie :
Na de basisopleiding volgt specialisatie ouderengeneeskunde ( 3 jaar voltijds)
Dan kan de SO uitwaaieren intra-en extramuraal
Er zijn huizen met speciale doelgroepen : topcare bekend lijkt me
Tevens kan er een superspecialisatie plaats vinden ( “kader opleiding ” van 2 jaar ; 5 varianten waaronder “eerste lijn “)
Bertholet is een pionier die haar eigen toko heeft kunnen oprichten met volharding en ook gedegen samnewerking in de 1e lijn
Daarnaast zijn er in den lande vele eerstelijns SO’s werkzaam ,soms georganiseerd ( zoals ondergetekende bij Novicare) en soms als ZZP /zelfstandige .
Deze SO’s zijn bij uitstek de de gespecialiseerde generalisten voor kwetsbare thuis verblijvende ouderen die samen met huisartsen onderzoeken hoe verblijf thuis kwalitatief te verbeteren en intramuraal verblijf uit te stellen en ook deels behandeling overnemen
Kortom “het is er al ” nu alleen nog erkenning en herkenning van de omgeving nodig
Hoewel de ouderen nu pas “sexy “inde media worden sedert corona ,was dit al vele jaren een parallelle wereld .Echter de media konden hier niet op scoren of scoopen .
Yvonne Koning ,specialist ouderengeneeskunde in de 1e lijn
pmmbakens@gmail.com
Goed gesproken mevrouw Koning!
engelhard@topcare.nl
Beste mensen,
Dank voor jullie reacties. De opleidingseisen aan onder meer SOG’s zijn mij zeer helder en dat ‘het er al is’ (het = specialisatie) , is mij ook helder. Sterker nog, dat is het bestaansrecht van Topcare: erkenning van de specialistische teams en behandelaren en afdelingen en huizen in het hele land. Op onze website (www.topcare.nl) kun je zien aan welke criteria de specialistische verpleeghuizen en revalidatiecentra voldoen om erkend te worden én welke huizen dat al zijn. Groeten, David