In Den Haag worden vrijdag ongeveer 250 zorgmedewerkers gevaccineerd met het middel van AstraZeneca. Met ingang van maandag wordt het middel ook toegediend aan medewerkers van verpleeghuizen, revalidatiecentra, gehandicaptenzorg en wijkverpleging in de rest van het land.
Het gaat om ongeveer een half miljoen mensen. Onder hen zijn ongeveer 50.000 medewerkers van verpleeghuizen die in januari niet aan de beurt kwamen toen de vaccinatie van start ging met het vaccin van Pfizer/BioNTech. Die afspraken waren snel volgeboekt en er was niet genoeg vaccin beschikbaar om nieuwe afspraken in te plannen.
Eerste doses
“Met dit derde vaccin wordt het vaccinatietempo verder verhoogd en gaan we verder met de bescherming van kwetsbaren en de mensen die voor hen zorgen”, liet minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) weten. 258.000 mensen uit de gehandicaptenzorg, 204.000 mensen uit de wijkverpleging en 4300 medewerkers van revalidatiecentra krijgen de komende weken het vaccin van AstraZeneca.
De eerste doses van het AstraZeneca-vaccin gaan ook naar 63- en 64-jarigen, thuiswonende mensen met het syndroom van Down, naar mensen met morbide obesitas en naar mensen die door neurologische aandoeningen grote moeite hebben met ademhalen. Die vaccinaties gaan via de huisartsen en daarom krijgen ook de medewerkers van die huisartsenpraktijken het vaccin met voorrang. Die inentingscampagne begint waarschijnlijk volgende week in Zeeland. Vervolgens zijn Noord-Brabant en Limburg aan de beurt, en daarna de rest van het land.
200.000 mensen per week
De GGD kan nu ongeveer 200.000 mensen per week vaccineren. In april moet dit zijn opgevoerd naar 450.000 inentingen per week en in juni moet het mogelijk zijn om 700.000 mensen in de week te vaccineren. In totaal moeten ongeveer 14 miljoen mensen worden ingeënt. Kinderen krijgen voorlopig nog geen prik. (ANP)