De stuurgroep ‘maatregelen financiële beheersbaarheid jeugdzorg’ geeft opvolging aan het onderzoek van AEF naar de kosten in de jeugdzorg. In dat onderzoek blijkt dat gemeenten structureel 1,3 tot 1,5 miljard euro missen op hun jeugdzorgbudgetten. Ook adviseert onderzoeksbureau AEF om eerst een fundamentele discussie te voeren over het voorzieningen niveau in de jeugdzorg, voor er over bezuinigingen gesproken kan worden.
Lees op Zorgvisie het onderzoek van AEF naar de tekorten in de Jeugdzorg
Technocratisch perspectief
De BGZJ, een samenwerkingsverband van brancheorganisaties Jeugdzorg Nederland, de Nederlandse ggz, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra (VOBC), zat niet zelf in de stuurgroep, maar bood wel expertise aan. Volgens BGZJ gaat het in de stuurgroep te veel over bezuinigen en te weinig over de inhoud, dus trekken de samenwerkende partijen zich terug.
Niet medeverantwoordelijk
“We willen te allen tijde voorkomen dat de indruk kan ontstaan dat wij als BGZJ medeverantwoordelijkheid dragen voor een traject dat als oogmerk heeft enkel vanuit financieel, technocratisch perspectief bezuinigingsmaatregelen te willen opleveren”, schrijven ze in hun brief aan de stuurgroep.
Te krap tijdspad
Volgens de BGZJ moet tegelijkertijd onderzocht worden hoe de jeugdzorg verbeterd kan worden. Ook vinden de branches het tijdspad te krap. “Wat er in zes jaar (sinds de decentralisatie van de jeugdzorg, red.) is ‘ontspoord’, lijkt nu in drie maanden te moeten worden gerepareerd.”
Uitstroom
De BGZJ vindt dat er gekeken moet worden naar de instroom en uitstroom in de jeugd-ggz. Uit het onderzoek van AEF blijkt dat de oplopende kosten in de jeugdzorg vooral te maken hebben met stroperige uitstroom. De BGZJ pleit dan ook voor een soepelere overgang op de grenzen van stelsels in plaats van een harde ‘knip’ bij het bereiken van een bepaalde leeftijd.
Preventie
Ook preventie kan niet zomaar wegbezuinigd worden, vinden de branches. Uit het AEF-rapport blijkt dat investeringen in preventie en vroeg-signalering het beroep op zwaardere zorg niet doen afnemen, maar, vinden de branches, “hier gaat de kost voor de baat uit: als we met preventie bereiken dat jeugdigen hun school wel afronden en wel aan het werk komen en zich gelukkiger voelen, dan levert dit een enorme bijdrage aan de ontplooiingsmogelijkheden en het welzijn van jeugdigen. En daarmee aan het voorkomen van maatschappelijke kosten later.”