Die hele teneur om de marktwerking in de zorg ten grave te dragen, daar heb ik me een beetje in vergist. Als ondernemer in de zorg en vertegenwoordiger van de zelfstandige klinieken in Nederland sprong ik aanvankelijk direct in de verdediging. Maar het gaat helemaal niet over ons! Het gaat over álle spelers in de zorg die officieel met elkaar in concurrentie zijn, maar eigenlijk ook weer niet omdat we – in het belang van de patiënt – moeten samenwerken.
Nadenken over de contouren van de zorg kan niet zonder de ervaringen van het afgelopen jaar in ogenschouw te nemen. Sterker nog, dit tijdsgewricht biedt veel inzicht in hoe het er in de zorg aan toe gaat, hoe de verhoudingen en belangen liggen en hoe partijen in de zorg en ook de overheid, daarin hun weg proberen te vinden. In crisistijd worden zaken uitvergroot, maar dat maakt de inzichten des te meer relevant. Ik beperk me hier vanuit mijn verantwoordelijkheid tot de planbare zorg, met aandacht voor hoe de beschikbaarheid en betaalbaarheid van deze zorg wordt beïnvloed door de overige zorgtypen binnen de medisch specialistische zorg.
Eén ding staat voor mij als een paal boven water. Om de electieve zorg kwalitatief beter, innovatiever en goedkoper te organiseren, is een eigen organisatorisch en financieel kader noodzakelijk. Daarom pleit ik voor een apart akkoord voor de electieve zorg dat – naast het HLA MSZ – een waardevol instrument zou kunnen zijn. Binnen zo’n akkoord moeten en kunnen we versneld nieuwe prikkels voor de planbare medisch specialistische zorg, gericht op gezondheidswinst en doelmatigheid, introduceren. Dat kan al op basis van bestaande programma’s zoals ZEGG en Uitkomstgerichte Zorg.
Focuszorg
Ook denk ik dat de beweging naar focuszorg onafwendbaar is en zich als vanzelf zal voltrekken, indien alle partijen binnen de MSZ echt werk maken van patiënt- en uitkomstgerichte zorg, betere kwaliteit, lagere kosten en een betere ‘ervaring’ voor hen die de zorg ondergaan en hen die de zorg verlenen.
Het afgelopen crisisjaar heeft echter scherper dan ooit aangetoond dat deze beweging voor belangrijke medespelers niet vanzelfsprekend is. Zo ervaren ziekenhuizen concurrentie en voor zorgverzekeraars is de bestaande trend naar kliniekgewijze organisatie van de planbare zorg nog ingewikkeld, omdat ze verantwoordelijkheid voelen voor de continuïteit van de ziekenhuizen. En begrijpelijk want als Covid iets aantoonde, dan is het wel dat juist de acute en hoog complexe zorg een eigen financiering op basis van beschikbaarheid en toegankelijkheid moeten krijgen. Juist voor deze vormen van zorg is centrale regie en het terugdringen van marktwerking in de gehele keten noodzakelijk.
Partners in de zorg
Tegen al onze partners in de zorg zeg ik dat verplaatsing van zorg alleen maar winnaars kent. Juist omdat we het samen en onderling kunnen vormgeven en uitvoeren, zodanig dat onze organisaties er sterker van worden en zonder dat we er regie van hogerhand voor nodig hebben. In samenwerking kunnen we steeds zelf kiezen voor welke zorg en patiënten we er willen zijn. En dat zal automatisch leiden tot passende zorg met de wensen en behoeften van de patiënt als vertrekpunt. Een belangrijk perspectief want steeds meer wil die patiënt eigen keuzen maken over behandeling en gewenste uitkomst.
Zorgverleners moeten daarmee om kunnen gaan en het ook een plek kunnen geven in de vragen over maatschappelijke wenselijkheid en doelmatigheid van zorg. Want goed gefaciliteerde patiëntbetrokkenheid leidt tot stijgende zorguitkomsten en patiënttevredenheid, met daling van kosten.
Hanneke Klopper
Voorzitter ZKN
Het Grote Zorgdebat vindt plaats op maandag 8 maart 2021 van 19.30 tot 21.00 uur. Er is gekozen voor een online bijeenkomst. Het debat is vrij te volgen voor iedereen die zich betrokken voelt bij de gezondheidszorg in Nederland. Aanmelden kan hier. Aansluitend houdt Skipr een nabespreking van het debat met prominenten uit het veld