De coronacrisis werpt een ander licht op de sterktes en zwaktes van ons zorgstelsel. “Iedereen is klaar met marktwerking in de zorg“, zegt LUMC-bestuursvoorzitter Douwe Biesma in de podcast Voorzorg. “Tot voor kort was er nog veel lof voor ons zorgstelsel. Dankzij de marktwerking en de hoofdlijnenakkoorden was de kostenreductie enorm. Alles is gebaseerd op efficiency in de zorg. Maar de coronacrisis legt pijnlijk bloot dat ons zorgstelsel geen reservecapaciteit kent.”
Reserve-capaciteit is nodig
“Vroeger vond ik dat al vreemd. Ik werkte in mijn studietijd als ambulance-verpleegkundige. We zaten naast de brandweerkazerne. Daar hadden ze heel veel onbenutte capaciteit. Dat zag ik later, tijdens militaire dienst, ook terug bij Defensie. Als arts inspecteerde ik de mobilisatiecomplexen. Daar lag een enorme capaciteit aan hulpmiddelen om uit de mottenbalen te halen bij calamiteiten. In ons zorgstelsel zetten we alle capaciteit in voor reguliere zorg en komen we bij een calamiteit tekort.”
Mobilisatiecomplexen voor zorg
Biesma pleit daarom voor mobilisatiecomplexen om op te schalen in de zorg. “We moeten de zorg beter inrichten, om klaar te zijn voor piekbelasting. Dat zijn we nu niet. Dat is een bewuste keuze geweest. Duitsland kijkt meer naar de zorg zoals naar het leger. De Duitse zorg schat in wat er nodig is op piekbelasting. Dat zie je bijvoorbeeld aan de capaciteit aan IC-bedden. Omdat wij dat niet doen, is onze zorg financieel heel beheersbaar. We mopperen er wel over, maar ondertussen weten we de zorguitgaven redelijk in de hand te houden. Maar als de nood aan de man, dan schiet onze capaciteit tekort.”
Operationele bestuurders
Biesma blikt in de podcast Voorzorg terug op een jaar coronacrisis. Die begon voor hem nog in het St. Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein en Utrecht, waar hij tien jaar lang bestuursvoorzitter was tot hij in juli 2020 overstapte naar Leiden. De eerste coronagolf viel mee in Nieuwegein, vertelt Biesma. “We hebben de golf in alle rust opgevangen. Natuurlijk moesten we wel heel veel, heel snel regelen. Maar dat is in zekere zin uitdagend, want de stroperige besluitvorming verdween. Mensen hoefden niet maanden te wachten op een besluit van de raad van bestuur. Ik zag in mijn directiegroepje een schisma. De operationele bestuurders hebben hun hart opgehaald. Een aantal bestuurders vonden de crisis vervelend worden, omdat ze niet toekwamen aan de strategische thema’s. Ik zit daar zelf tussenin.”
Biesma naar LUMC
Op 1 juli 2020 ging Biesma over naar het LUMC. “Maar al voor de eerste coronapatiënt in Nederland was, was het al in kleine kring bekend dat ik zou vertrekken. De raad van toezicht van het LUMC had al de knoop doorgehakt. Ik kreeg het in maart steeds meer benauwd. Hoe vertel ik het mijn mensen, want die zijn nu even met crisisbestrijding bezig? Eind maart heb ik het in iets grotere kring gecommuniceerd in Nieuwegein. Toen de eerste coronagolf over was, kon ik met een gerust hart het schip verlaten.”
Kleinschalig afscheid
Het afscheid in de laatste week van juni was heel kleinschalig. “Misschien is dat wel leuker. In twee dagen ben ik langs twintig afdelingen gegaan. Aan het einde van de dag zong een collega het ‘Avé Maria’. Bij de draaideur naar buiten stonden tien goede vrienden uit het fietsclubje van het Antonius. Daarmee zijn we in 2010 door de Alpen gefietst. Dat was bij het 100-jarig bestaan. We vertrokken vanuit Padua, waar de heilige Antonius begraven ligt.”
Nieuwe rol ROAZ
In Leiden mocht Biesma de volgende ochtend 08.00 uur aanschuiven bij de eerste ROAZ-bijeenkomst. “In normale tijden vergaderen de ROAZ’en drie of vier keer per jaar over acute zorg. Nu gingen ze opeens over de coronacrisis. Dat was wennen. Het delen van data over hoeveel bedden beschikbaar waren, was nieuw. Dat schuurde wel eens in de eerste weken. Anderen schaalden te langzaam op, was de perceptie. Als nieuwe bestuurder stond ik op achterstand in een voor mij nieuwe regio, want ik had de dynamiek tussen alle bestuurders tijdens de eerste golf niet meegemaakt.”
Corona hindert contact
Echt veel tijd voor een uitgebreide kennismaking kreeg Biesma niet, want in september werden de coronamaatregelen weer verscherpt. “Alles ging weer via Teams, tweedimensionaal, terwijl driedimensionaal echt nodig is om anderen te kennen. Ook in eigen huis had ik een terughoudendheid om op pad te gaan. Terwijl het ook voor de raad van bestuur essentieel is om in contact zijn met medewerkers. Je wilt horen hoe het gaat. Je wilt een bemoedigend woord spreken, een hand op een schouder leggen. Maar ik was ernstig gehinderd in de manier waarop ik contact kon leggen.”
Communiceren via blogs
Daarom nam Biesma toevlucht tot een oude hobby: het schrijven van blogs. “De allereerste blog werd mij aangereikt bij een bezoek aan een keukenleverancier. De eigenaar vertelde dat zijn zoon zijn leven te danken had aan het LUMC. Hij schoot helemaal vol, terwijl wij kleurtjes voor de keuken uitzochten. Dat vond ik een mooie binnenkomer om te delen met de mensen in het LUMC. De bovenregionale functie van een academisch ziekenhuis is zo bijzonder. Er lopen hier artiesten rond die hele bijzondere dingen kunnen die bijna niemand kan.”
Orgaantransplantatie-programma
Een goed voorbeeld vormt het orgaantransplantatie-programma in Leiden. Maar dat programma ondervindt tot de dag van vandaag ernstige hinder van de coronacrisis. Dat leidt tot hele schrijdende situaties, constateert Biesma. “Een nier- of levertransplantatie duldt geen uitstel. Een transplantatie is een lot uit de loterij. Dat het programma ligt stil, doet pijn.”
Gezondheidsschade
“Ook bij thoraxchirurgie zag je uitstel en waren er behandelingen die niet meer konden. Oogmelanomen zijn later doorverwezen naar ons. Tumoren zijn groter dan normaliter. Soms zijn ze niet meer operabel. Je ziet dat pas over een paar jaar terug in de cijfers. Hart- en vaatziekte en cardiologische aandoeningen zijn in later stadium gediagnostiseerd. De behandeling is op een lager niveau dan normaal. Ik heb zelf een klein hartinfarctje gehad, maar ben weer helemaal opgeknapt. Van de revalidatie hoorde ik dat er minder infarcten tijdens zijn corona. Ze zien ook enorm grote infarcten. Mensen lopen dus langer door met klachten en zijn later doorverwezen. Die schade zien we niet terug in sterftecijfers, maar er is wel degelijk gezondheidsschade.”
IC-bedden anders spreiden
Biesma pleit daarom voor een nieuwe manier om IC-bedden te spreiden. De huidige systematiek van het spreiden van IC-capaciteit over Nederland, opgesteld tijdens de eerste coronagolf, houdt onvoldoende rekening met ziekenhuizen die hele specifieke dingen doen, zoals orgaantransplantaties.
Lees ook op Zorgvisie: Douwe Biesma: ‘Laat zorg een jaar op adem komen met Marshall-plan’
Frank Conijn
Eerst even voor het overzicht: in de zorg is ‘marktwerking’ een containerbegrip, waar drie zaken onder vallen:
.
1. concurrentie tussen (semi)private zorgverzekeraars;
2. concurrentie tussen zorgaanbieders op prijs en/of kwaliteit;
3. private zorginstellingen.
.
Alle drie zaken kunnen in principe geheel onafhankelijk van elkaar voorkomen; een zorgstelsel kan een scala aan configuraties hebben. Dhr. Biesma doelt hier op punt 2, maar noemt ook het hoofdlijnenakkoord als oorzaak van de zijn inziens doorgeschoten efficiency. Dat is het tegenovergestelde van marktwerking, want het hoofdlijnenakkoord is feitelijk budgettering.
.
De vraag is ook of pleidooien voor meer geld voor de curatieve zorg terecht zijn. Ik denk van niet, omdat in de afgelopen jaren de uitgaven eraan telkens harder gestegen zijn dan het BBP.
.
Daarbij lopen de zorgkosten sterk exponentieel op met de leeftijd, en we zijn nog niet eens halverwege de vergrijzingsgolf. Bovendien zijn er nog steeds grote verschillen tussen de ziekenhuizen als het gaat om (kosten)effectiviteit, zelfs al zal dat voor covid wellicht minder opgaan omdat er weinig of geen on-label behandelopties zijn.
.
Ook was met grotere IC-capaciteit de lockdown nog steeds nodig geweest, want ong. een derde van de covid-IC-patiënten overleed, en nog eens een derde hield er langdurige/blijvende klachten aan over. Dat lijkt nu beter te gaan, maar daarmee neemt ook de IC-ligduur en dus de vraag naar IC-bedden af.
.
Verder is de care bij ons veel beter geregeld dan in Duitsland. Daar wordt je geacht je ouders te laten inwonen als die niet meer zelfstandig kunnen wonen. En dan hou je automatisch meer geld over voor de cure.
.
Ik vind een pleidooi voor meer geld voor de curatieve zorg dus gratuit. Het wordt pas een fair pleidooi als de uitgavenstijging die ermee gepaard gaat betaald wordt middels een verhoging van de nominale premie of de inkomstenbelasting, en die verhoging ook vermeld wordt. Ik denk dat dan de steun voor zo’n pleidooi sterk afneemt.
.
In plaats van dhr. Biesma’s mobilisatiecomplexen zou m.i. de ziekenhuiszorg converteerbaar moeten zijn: normale afdelingen zouden snel omgevormd moeten kunnen worden tot IC-afdelingen.
.
Dat kan door de fijne infrastructuur (leidingen, etc.) er voor aan te leggen, voldoende reserveapparatuur te hebben, en de non-IC-zorgverleners periodiek te trainen in de IC-basisvaardigheden. In tijden van crisis worden die dan assistent-zorgverlener, onder leiding van volwaardige IC-hulpverleners.
Frank Conijn
Derde alinea: zijn —> zijns. Zevende: wordt —> word.
.
Ook is het zo dat een vergrijzende bevolking juist een argument is om de zorguitgaven te verhogen. Maar aan de andere kant zijn de zorguitgaven al zo hard gestegen in de afgelopen decennia.
.
En grote verschillen in prijs en/of kwaliteit tussen zorgaanbieders, dat vind ik niet acceptabel. Daar is punt 2 van de marktwerking in de zorg altijd op gericht geweest.