Ernstig, zo noemt de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) de situatie in de jeugd-ggz momenteel. In het rapport dat vorige week verscheen constateerde de inspectie: “De knelpunten zijn vergroot en verscherpt”.
Moeizame gesprekken
Het ministerie van VWS, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en brancheorganisatie de Nederlandse ggz delen deze zorgen en voeren hier gesprekken over, die moeizaam verlopen. De VNG vroeg arbitrage aan. De Nederlandse ggz noemt het gebrek aan actie “uitermate teleurstellend”.
Geen extra geld
De vraag is of er geld komt ter overbrugging tot een nieuw kabinet blijft ook deze week onbeantwoord. De woordvoerder van VWS schrijft in een reactie: “Ik kan niet vooruitlopen op wat er uit die gesprekken zal komen, financiën zijn wel onderdeel van het gesprek. We zitten ook nog volop in het proces om tot goede oplossingen te komen. Maar er vallen op dit moment dus nog geen conclusies te trekken over geld.”
Gemeenten verantwoordelijk
Het ministerie ontkent niet dat geld een rol speelt, maar wijst ook op de regionale verschillen en de verantwoordelijkheid van de gemeenten zelf. In een Kamerbrief deze week schrijft VWS: “Gemeenten zijn vanuit hun jeugdhulpplicht verantwoordelijk om voldoende zorg in te kopen en te prioriteren waar zorg het meest nodig is. Het is essentieel dat gemeenten zicht hebben op de zorgvragen en het beschikbare aanbod, en samen met aanbieders tot oplossingen komen wanneer er knelpunten ontstaan.”
VWS bemoeit
Een woordvoerder van VWS benadrukt dat ze de bal niet alleen bij de gemeenten leggen: “De verantwoordelijkheid voor het regelen van voldoende beschikbaarheid van passende zorg ligt sinds 2015 sowieso al bij gemeenten. Dat betekent niet dat VWS zich hier helemaal niet mee bemoeit.”
Extra ondersteuning
Twee regio’s krijgen dan ook ondersteuning van een Ondersteuningsteam Zorg voorde Jeugd. “Voor twee regio’s waar de IGJ specifiek zorgen over uit, is het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd gevraagd om de regio te ondersteunen in het komen tot regionale oplossingen.”
In het inspectierapport worden zes regio’s onder de loep genomen: Noord-Holland, Rotterdam-Rijnmond, Twente, Brabant, Drenthe en Noord-Oost-Gelderland. Uit al die regio’s komen zorgelijke signalen. Volgens de woordvoerder van VWS heeft het IGJ hen twee regio’s aangewezen waar het extra zorgelijk is. Over de situatie in de andere 36 jeugdzorgregio’s zegt de inspectie nu niks.
‘Uitermate teleurstellend’
De Nederlandse ggz is wat uitgesprokener over hoe het gaat met die gesprekken. In een schriftelijke reactie laat de brancheorganisatie weten: “In een groot aantal regio’s moeten kinderen te lang wachten en staat de kwaliteit van zorg onder druk als gevolg van de zware belasting waaronder onze professionals moeten werken en de grote toeloop als gevolg van corona. Tot nu toe hebben we van het demissionaire kabinet nog niet gehoord dat zij onze instellingen te hulp schieten om nu te kunnen doen wat nodig is. Dat is uitermate teleurstellend. Deze kinderen en hun ouders verdienen het geholpen te worden in deze moeilijke periode.”
De brancheorganisatie blijft hoopvol over de uitkomst van de gesprekken: “We rekenen er op dat VWS de Kamer spoedig kan laten weten hoe het Rijk de jeugd-ggz gaat steunen zodat kinderen die een beroep doen op de acute ggz de zorg krijgen die ze nodig hebben. Zodat spoedafdelingen in het hele land zo snel mogelijk kunnen opschalen en instellingen nú kunnen handelen.”
Geen prioriteit
Minder optimistisch is Lisa Westerveld, woordvoerder jeugd van de GroenLinks-fractie in de Tweede Kamer: “De partijen zeggen jeugdzorg belangrijk te vinden, maar uit de acties blijkt dat het geen prioriteit is. Het is moeilijk om het onderwerp op de agenda te krijgen. We hebben er bijna nooit debatten over. Partijen lijken hun vingers er niet aan te willen branden. Je vraagt je af: wat is er nodig om dit op tafel te krijgen? Een snoeihard rapport van de inspectie kennelijk niet. De enige keer dat ik het gevoel had dat de urgentie echt erkend werd, was toen er een jongeren met wie ik veel contact had, overleed. Dat is super frustrerend.”
Noodsituatie
Toch kan ook zij nu niet op een noodknop drukken: “Voor meer geld is een Kamermeerderheid nodig en een Kamerdebat. Door het verkiezingsreces en corona hebben we nu geen Kamerdebatten. Alleen over noodsituaties zoals het onderwijs, waar een paar weken geleden 8,5 miljard naartoe is gegaan. Het is dus aan het ministerie VWS”, aldus Westerveld. De drie puntjes achter deze laatste zin zijn bijna hoorbaar over de telefoon.