Als corona iets duidelijk heeft gemaakt, is het wel dat een verdere voortgang van de digitale transformatie in de zorg gewenst is. Landelijk inzicht in de IC-capaciteit, data over de verspreiding van het ziektebeeld, de corona-app: het zijn allemaal zaken die nog ontwikkeld moesten worden aan het begin van de pandemie en die hebben laten zien dat centraal verzamelde data de bestrijding van een dergelijke gebeurtenis enorm helpen.
Kapitaalstroom
Artsen en patiënten sloegen massaal aan het beeldbellen; de ggz bood van de weersomstuit zo’n 50 procent meer online therapie aan. Er was gedurende de eerste coronagolf sprake van een heuse digitaliseringsslag, die gedurende het verdere verloop van de pandemie overigens hier en daar ook weer werd teruggedraaid. Maar de digitale transformatie is here to stay, zo benadrukt sectorbankier van de Rabobank Michel van Schaik in de nieuwe Skipr Quarterly. “Er wordt ongelooflijk veel geld in geïnvesteerd, bijvoorbeeld door private investeringsmaatschappijen. Wereldwijd neemt die kapitaalstroom al jarenlang snel toe.”
In een rapport van consultingfirma Bain van maart vorig jaar staat dat het daarbij wereldwijd gaat om een bedrag van 80 miljard euro over 2019, een bedrag dat in 2015 nog net boven de 20 miljard lag. En cijfers van het digitale platform Dealforma laten voor 2020 een alweer versnelde groei zien van investeringen in zorg en gezondheid, waarbij vooral de medische- en gezondheidstechnologie een sprong lijken te maken.
Gratis programma’s
Ook in de ggz kwam tijdens de eerste coronagolf het werken met online therapie massaal in zwang. Recentelijk publiceerde zorgverzekeraar VGZ een onderzoek waaruit blijkt dat in het eerste kwartaal van 2021 30 procent meer online therapeutische gesprekken worden gevoerd dan voor de pandemie. Het klinkt Jarno Meijer, CEO van online aanbieder Therapieland, niet onbekend in de oren. “Jarenlang waren we bezig om online therapie binnen de ggz gangbaarder te maken en plotseling bleek het niet aan te slepen.”
Bij Therapieland werd besloten vooral de helpende hand te bieden en niet meteen de meter te laten lopen. “We hebben veel content ontwikkeld, speciaal voor corona: over coronastress, hoe om te gaan met de hele dag thuis zijn met het gezin; dat soort zaken”, zegt Meijer. “Die gratis programma’s zijn door bijna 27.000 mensen gebruikt. En het beeldbellen bijvoorbeeld hebben we als een – gratis – nutsvoorziening voor de ggz benaderd.”
72 procent omzetgroei
In een later stadium, als er met ggz-aanbieders gesproken werd over de toekomst, speelde het verdienmodel van Therapieland natuurlijk wel een rol. Meijer: “Sommige instellingen zeiden ‘bedankt, we gaan weer op de oude voet verder’; anderen besloten ermee door te gaan, omdat de waarde bewezen was.”
Ook voor Therapieland is 2020 een doorbraakjaar gebleken. Het Amsterdamse bedrijf groeide van 40 naar 62 medewerkers, beleefde een omzetgroei van 72 procent en het online platform van Therapieland wordt nu 60 procent meer gebruikt dan voor corona (tijdens de eerste golf was dat op een gegeven moment zelfs 130 procent).
Niet alleen goud dat blinkt
Of zulke groeicijfers nu een direct gevolg zijn van corona of niet, de onstuimige ontwikkeling van de digi-bedrijvigheid in de zorg heeft in ieder geval de vraag naar wat maatschappelijk aanvaardbare rendementen zijn opnieuw aangezwengeld. Volgens voorzitter Eddy van de Werken van OIZ is het niet alleen maar goud dat blinkt bij de leden van branchevereniging voor ICT-leveranciers in de zorg. “Corona legt ons geen windeieren, maar de business is zeker niet booming”, aldus Van der Werken. (..) Ik denk dat veel ict-bedrijven in de zorg een gezonde winstmarge maken van tussen de 5 en 10 procent. Maar heel weinig zullen daarboven zitten.”
Nutsvoorziening
Toch lijken politici en beleidsmakers er niet gerust op te zijn en groeit de vrees voor een onbeheersbare kostenexplosie. Niet voor niets vroeg minister Van Ark in opdracht van de Tweede Kamer adviesbureau Berenschot al voor de coronacrisis om onderzoek te doen naar een ‘sluis’ voor medtech. De overheid hanteert al een dergelijk kostenbeheersingsinstrument bij de toelating van dure geneesmiddelen. Een andere veelgehoorde oplossing is het inrichten van digitale zorg als een nutsvoorziening, zoals de water- en elektriciteitsvoorziening. OIZ-voorzitter Van de Werken is sceptisch. “Wat is in dit verband een nutsvoorziening? Is dat het netwerk? Is het de verbinding? Of gaat het over het berichtenverkeer?”
Naast deze definitiekwestie speelt er wat Van de Werken betreft ook een principiële vraag; waarom een nutsvoorziening als de beoogde eindgebruiker en producteigenaar de noodzaak niet voelt. “Het aantal mensen dat bewust eigenaar wil zijn van de gegevens is beperkt. Als je 20 procent zover krijgt is het veel.”