De KNOV spreekt zich vooralsnog uit als felle tegenstander van IB en lobbyt dan ook actief tégen IB in de Tweede Kamer en op social media. Dat verbaast mij enorm. Ik zou namelijk willen stellen dat IB dé redding zal zijn van de eerstelijns bevalling en van de thuisbevalling in het bijzonder.
Waarom? Omdat de aantallen eerstelijns bevallingen alleen maar afnemen.
Waar in 2010 nog ruim 47.000 vrouwen bevielen onder begeleiding van de eerstelijns verloskundigen, zijn dit er in 2019 nog maar 43.000 (bron: peristat). En onderwijl stijgt het aantal werkzame eerstelijns verloskundigen in dezelfde periode van 1975 naar circa 2500 (bron: Nivel). Een kleine rekensom laat zien dat elke eerstelijns verloskundige op jaarbasis nog maar achttien bevallingen begeleidt, waarvan slechts acht thuisbevallingen.
Vaardigheden op peil houden
Kunnen de eerstelijns verloskundigen hun vaardigheden op peil houden met deze dalende aantallen? Met circa 6.5 procent kans op een fluxus (hevig bloedverlies tijdens de baring), 1,9 procent kans op lage Apgar score en 0,5 procent kans op een schouderdystocie (met o.a. risico op een Erbse parese en zuurstoftekort) betekent dit dat elke verloskundige deze complicaties gemiddeld één keer per jaar, respectievelijk één keer per drie en één keer per tien (!) jaar zal tegenkomen.
Waar voor tal van behandelingen normaantallen vastgesteld worden, lijken deze aantallen niet in lijn te zijn met het minimumaantal waarbij kwaliteit van zorg gegarandeerd zal zijn. Natuurlijk kan de eerstelijns verloskundige met tien jaar ervaring hier mogelijk nog op leunen wanneer zich een dergelijke complicatie voordoet, maar de jonge eerstelijns verloskundige zal dit niet kunnen en zal een dergelijke complicatie mogelijk niet of nauwelijks hebben meegemaakt in de opleidingsperiode.
Taakherschikking
De oplossing is simpel: taakherschikking binnen een setting van integrale zorg. Met taakherschikking kan de eerstelijns verloskundige namelijk tal van laag-complexe – maar wel medische – bevallingen afmaken. Denk aan een ‘gewone’ zwangere die een ruggenprik heeft gekregen, of een zwangere die met antibiotica behandeld wordt vanwege dragerschap van een bacterie die infectie van de pasgeborene kan geven. De artsen en klinisch verloskundigen kunnen invliegen voor hún deel van de zorg (de ruggenprik, het CTG, de antibiotica) en de eerstelijns verloskundige kan zijn/haar deel van de baring blijven begeleiden. De barende heeft een vertrouwd gezicht naast zich, de artsen worden ontlast voor een deel van de zorg en de eerstelijns verloskundige houdt én vergroot haar competenties.
Bekostiging
Kan dat dan niet zónder integrale bekostiging hoor ik u vragen? In theorie misschien wel, maar in de praktijk niet. Want dit soort taakherschikking zal alleen plaatsvinden wanneer de hele keten verantwoordelijk gemaakt wordt voor kwalitatief goede zorg én wanneer productie niet één-op-één door vertaald wordt naar omzet. Voor optimale ketenzorg met optimale taakherschikking is ook een optimale financiering nodig: integrale bekostiging.
Dus beste KNOV, wilt u, net als ik, de eerstelijns (thuis)bevalling behouden? Dan is het niet voldoende om het te bestempelen als immaterieel Nederlands erfgoed. Ook voor de aantallen (en daarmee de kwaliteit) zal aandacht moeten komen. En dat kan. Maar niet met de hakken in het zand van de verandering.
Jeroen BECKER
Naar aanleiding van dit stuk kreeg ik de vraag van de KNOV waarom ik de kennis en kunde van de eerstelijns verloskundige in twijfel trek.
Dat doe ik echter niet. Ik stel alleen maar dat er een aantal complicaties kunnen optreden bij een (thuis)bevalling die (gelukkig) maar weinig voorkomen, maar waarbij het met deze aantallen bijna onmogelijk is om hier voldoende expertise in op te bouwen of te onderhouden. Dat is iets wat aandacht verdiend en waar we als keten kunnen samenwerken om deze expertise bij iedereen op peil te houden.
Waar we vanaf moeten is dat elk kritisch geluid verzand in een jij-wij discussie, want we doen het sámen en we zijn sámen verantwoordelijk (of zouden dat in ieder geval moeten zijn). Zoals één van de reacties (zie mijn LinkedIn) ook aangeeft spelen dit soort aantallen op andere vlakken óók in de tweede lijn: hoeveel stuitbevallingen doen wij als gynaecoloog per jaar? Maximaal één of twee!! De vraag is: hoe kunnen we de zorg zó herinrichten dat ieders expertise optimaal benut en vergroot wordt. Ik denk dat integrale bekostiging ons hier verder mee kan helpen.
Waarom ik dit soort blogs schrijf, soms met een scherp randje? Omdat ik ervan overtuigd ben dat het voeren van deze discussies (mits met wederzijds respect) ons steeds dichter bij elkaar brengt naar ons gezamenlijke doel.
Veerle Takes
Natuurlijk valt er winst te behalen in vernieuwende integrale zorg en ook in integrale bekostiging, denk ik. Maar we zijn nog niet op het punt waarbij we al kunnen zeggen dat IB goed genoeg georganiseerd is dat het daadwerkelijk gezondheidswinst oplevert. En om de thuisbevalling aan integrale bekostiging te koppelen gaat voor mij veel te ver.
De Nederlandse Thuisbevalling is uniek de wereld, juist omdat het hier in Nederland veilig kan. Verloskundigen zijn hoog opgeleid, kraamverzorgsters komen thuis assisteren, er is een adequate samenwerking met ambulance en ziekenhuizen, vrouwen zijn in staat weloverwogen keuzes te maken.
Door middel van risicoselectie van de verloskundige casemanager blijft thuisbevallen een veilige optie voor moeder en kind. Door middel van (bij)scholing en het kwaliteitsregister blijft de verloskundige in staat op te treden bij complicaties, vaardigheden worden wel degelijk op peil gehouden. Kwaliteit is dus gewaarborgd, ongeacht of de verloskundige de complicatie tijdens een thuisbevalling wel of niet tegenkomt. Dit lees ik niet uit uw stuk. Vaak is het echter al zo dat een verloskundige door de adequate risicoselectie al lang in het ziekenhuis is voordat de complicatie zich voordoet of er een noodsituatie ontstaat (bijvoorbeeld overdracht bij 500ml bloedverlies, ver voor de grens van een fluxus (1000ml)).
Daarnaast: Een van de belangrijkste voordelen van een thuisbevalling is dat de moeder bevalt met haar vertrouwde verloskundige en slechts 1 kraamverzorgster naast het bed. Bij taakherschikking zoals omschreven in het stuk lijkt juist die persoonlijke zorg met je eigen vertrouwde verloskundige geen toekomst te hebben. Dat zijn oa zaken waar we ons op moeten richten bij de ontwikkeling van IB. Vooralsnog zie ik geen stijging van thuisbevallingen optreden bij de invoering van IB.