Twee jaar na het sluiten van het Hoofdlijnenakkoord Huisartsenzorg is er nog weinig te merken van de transformatie die de huisartsenzorg moet maken. Onderzoekbureau Rebel voerde een ‘midterm’-analyse uit en concludeerde dat de opgave te groot is en ‘twee jaar aan “werk” te kort is (aanhalingstekens bij “werk” door Rebel, red.).
Rebel ziet wel degelijk “beweging”, maar dit vertaalt zich nog niet in veranderingen die merkbaar zijn in de praktijk. Er is overeenstemming over het doel en de beweging die de huisartsenzorg moet maken de komende jaren, maar er is “een groot verschil van inzicht over het ‘hoe’”. Het gesprek daarover vertraagt de uitvoering.
Vermoeidheid
Er is enige “vermoeidheid” in de landelijke samenwerking. Bovendien vraagt de coronacrisis ook nog eens veel bestuurlijke aandacht.
De opgave is groot, maar het hoofdlijnenakkoord heeft ondanks de vele afspraken weinig concrete doelen en mijlpalen gesteld. Er valt “winst te behalen in de organisatie en snelheid van de uitvoering: er moet een ‘tandje bij’”, schrijven de onderzoekers van Rebel in het rapport van eind 2020.
Drie thema’s
De LHV publiceerde het rapport deze week en schrijft op haar website dat ze het advies van Rebel heeft overgenomen: versnellen op drie thema’s. De drie uitverkoren thema’s zijn: het versterken van de organisatiekracht, digitalisering, meer tijd voor de patiënt.
Organiseer
Er is geen landelijk zicht op waar de organisatiekracht sterk is en waar er nog werk aan de winkel is. Terwijl een goede regionale organisatie de basis is van alle andere afspraken in het hoofdlijnenakkoord.
Daarom moet eerst dit overzicht komen. De succesvolle regio’s kunnen als voorbeeld dienen. Van de regio’s met weinig organisatiekracht moeten er maximaal tien uitgekozen worden waar het gat tussen de huidige situatie en de benodigde situatie het grootst is. Zij moeten de komende twee jaar de aandacht krijgen.
Landelijk team versnellers
Rebel adviseert om een landelijk team van “onafhankelijke professionals met kennis en netwerk” te formeren. Die professionals moeten “mandaat hebben om te handelen in die regio”. Aan de hand van de nog te formuleren concrete einddoelen kunnen deze “versnellers” de regio vooruit helpen.
Digitalisering: benut het geld
Op het gebied van het digitaliseringsvraagstuk lijkt er onenigheid tussen zorgverzekeraars en de zorgaanbieders over de verdeling van de beschikbare 50 miljoen. Zorgverzekeraars zeggen: “Het geld is er, maar er worden geen ‘goede’ plannen gemaakt.” Zorgaanbieders hebben juist het idee dat zorgverzekeraars niet bereid zijn om de plannen verder te brengen.
Rebel zegt hierover: benut het geld. Landelijke digitaliseringsprojecten boeken vooruitgang, maar “er is nog veel potentie te behalen in regionale implementatie”.
Meer tijd voor de patiënt
Het derde thema is “meer tijd voor en met de patiënt”. Zorgprofessionals en patiënten zouden moeten merken dat er meer tijd en kwaliteit van zorg is. Hierbij is vooralsnog veel aandacht voor het uitgeven van geld aan extra personeel, zoals praktijkondersteuners. Rebel kon “geen inzicht krijgen in de acties richting de kwetsbare groepen” zoals ouderen, ggz-patiënten en mensen met een gezondheidsachterstand.
Om dit thema te versnellen, raadt Rebel aan om goede voorbeelden beter te delen, succesvolle pilots breder uit te rollen en manieren te bedenken waarop het verhogen ven de kwaliteit van zorg meetbaar wordt.