“Met de juiste tools kunnen verzorgenden hun bewoners met dementie dingen aanleren, waardoor ze niet meer achter gesloten deuren hoeven te leven en veilig over straat kunnen”, zegt Dirkse in een interview met Tijdschrift voor Verzorgenden, vakblad voor verzorgenden in de vvt.
Andere manier van denken
Het openen van de zorginstellingen begint volgens Dirkse bij een andere manier van denken. Hij haalt Duitsland als voorbeeld aan: “Daar krijg je een boete als je mensen opsluit op een gesloten afdeling. En wat gebeurt er dan? Mensen gaan creatieve oplossingen bedenken zodat bewoners wél veilig over straat kunnen wandelen. En ik heb nog nooit een bericht uit dat land gehoord dat er een meneer met dementie onder een auto liep.”
Opsluiten onnatuurlijk
Volgens Dirkse is de het onderliggende probleem de “als-dan-redenatie”, legt hij uit, “mensen denken: als iemand met dementie alleen naar buiten gaat, zal hij verdwalen en aangereden worden. Maar we zijn doorgeslagen in het vermijden van risico’s, waarvoor bewoners een hoge prijs betalen. Een mens opsluiten is onnatuurlijk. Die gesloten deur is een bron van irritatie en probleemgedrag. De bewoners leveren kwaliteit van leven in, er is een sneller verloop van dementie, hart- en vaatziekten nemen toe en ze bewegen veel te weinig. En dáár komen juist valpartijen van. Dus we dénken fysieke veiligheid te creëren, maar in de praktijk zorgen we voor grote gezondheidsrisico’s.”
DJvanBuren
Kijken wat iemand met (beginnende) dementie wel kan als uitgangspunt nemen levert zo veel meer kwaliteit van leven. Mooi beschreven Ruud Dirkse.