Volgens de ACVZ lukt het asielmigranten ook tijdens de huidige coronacrisis nauwelijks om werk in de zorg te krijgen. Op verzoek van staatssecretaris Ankie Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid heeft de Adviescommissie de problemen in de zorgsector voor migranten in kaart gebracht. Daarvan is het rapport dinsdag verschenen.
Hindernissen
Er zijn voor asielmigranten veel hindernissen om in de zorg te kunnen werken, stelt de commissie. “Ze moeten lang wachten op de beslissing over hun asielaanvraag, mogen niet snel aan de slag en worden onvoldoende begeleid naar gepast werk of een opleiding die aansluit bij werk in de zorg”, somt de ACVZ op. Ook moeten mensen die in het buitenland als arts of verpleegkundige werkten eerst “een complex en prijzig traject” doorlopen, dat minimaal vier jaar kan duren.
Eenmaal aan het werk moeten (asiel-)migranten erg wennen aan de cultuur op de werkvloer, stelt de commissie. Ook krijgen zij regelmatig te maken met (onbewuste) vooroordelen of soms zelfs met discriminatie door cliënten en collega’s.
Sector te weinig creatief
Voorzitter van de ACVZ, hoogleraar sociologie Monique Kremer, legt in het FD uit dat de werkdruk in de zorgsector vaak zó hoog is dat er ook weinig tijd is om statushouders te begeleiden. “Je ziet daarnaast te weinig creativiteit in de sector om wel gebruik te kunnen maken van dit potentieel.”
De ACVZ adviseert de overheid om “de wettelijke en administratieve hindernissen” weg te nemen en het proces van erkenning van buitenlandse diploma’s te versnellen en te vereenvoudigen. Verder kunnen ook het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), gemeenten, onderwijsinstellingen en zorgorganisaties helpen door asielmigranten die in de zorg willen werken eerder te identificeren en intensief te begeleiden. Ook moet de zorgsector inclusiever worden en moet er meer aandacht komen voor een veilige werkomgeving. (ANP)