Er zijn een aantal aspecten die steeds weer aan de orde komen.
1. De prikkel tot productie zou worden weggenomen
Dit zou tot een algemene kostenbesparing in de zorg leiden. Ik heb al eerder aangeven dat Nederland weliswaar een kostbaar zorgstelsel heeft, maar dat de patiëntgebonden kosten tot de laagste in Europa horen. Het is onwaarschijnlijk dat door in dienst nemen van MS de productie wezenlijk nog lager wordt. Door het huidige vigerende zorgstelsel is het ziekenhuis zelf ook – voor wat betreft inkomsten – afhankelijk van de gemaakte productie. Zorgmedewerkers besteden 40% van de werkzame tijd aan administratie die gerelateerd is aan het zorgstelsel. Het is daarom aannemelijker dat een aanpassing van het zorgstelsel tot de gewenste en noodzakelijke besparingen kan leiden.
2. De inkomsten van MS in de zelfstandige praktijken zouden te hoog zijn
Er zijn enkele jaren geleden twee rapporten opgesteld die deze aanname toen al nuanceerden. Het betreft de publicaties van met name Pauline Meurs en Barbara Baars (SEO). Netto zijn de inkomens van MS in dienstverband en de zelfstandige praktijk nauwelijks uiteenlopend. De huidige MSB constructie heeft een zeker nivellerend effect en maakt bovendien de relatie tussen inkomen en productie zeer indirect. Al zou er sprake zijn van een verschil dan moet ook rekening gehouden worden met het aantal MS. De gunstige (secundaire) arbeidsvoorwaarden van MS in dienstverband zullen zeker leiden tot een noodzakelijke toename van het aantal MS als geheel en daarmee de totale kosten.
3. De kwestie van publieke en private instellingen
In Nederland is het aantal private zorginstellingen nog beperkt en is de positie van deze instellingen nog steeds onderwerp van discussie. Het is niet te ontkennen dat in landen met een algemeen dienstverband van MS, een levendige private zorg is ontstaan. Zelfs in Zweden is het bestaan van wachtlijsten een zodanig probleem geworden, dat er een bijna geruisloze vermenging met private zorg is ontstaan. De situatie is vergelijkbaar met die in Engeland. Met andere woorden: een tweedeling in de zorg is dan onvermijdelijk, ook al zou dit politiek ongewenst zijn.
Macht en tegenmacht
Er is echter een aspect dat ik veel belangrijker vind. En dat is het huidig veel besproken onderwerp van “macht en tegenmacht”. Met name ziekenhuizen zijn eigenlijk nog de laatste instellingen waar de professie een wezenlijke inbreng heeft in het reilen en zeilen van de organisatie. We zien in de jeugdzorg, de psychiatrie maar ook in het onderwijs de ontwikkelingen en gevolgen van door “management” aangestuurde organisaties. Professionals schuiven naar achter en worden ondergeschikt aan “veranderingsconcepten”, bezuinigsopdrachten en zelfs onroerend goed en fusie belangen.
Ik raad iedereen aan het boek van Paula van Manen “Wanneer krijgen we weer les?” te lezen. Een bespreking van dit boek is recent in de Volkskrant verschenen: “Het werkt niet, maar na mijn ontslag houdt iedereen zich stil” (Volkskrant 22 april 2021). De hartenkreet van een onderwijzer die haar vak te loor ziet gaan door een totaal inadequaat experimenteel en opgelegd lespakket, is pijnlijk. Nog schrijnender is het feit dat haar waarschuwingen hebben geleid tot gedwongen ontslag, “wegens verstoring van het werkklimaat”. Door de gevolgen van een ontstane angstcultuur bij haar collega’s, kwam zij alleen te staan.
Tot slot, als argumenten worden gepasseerd en de stellingname inzake MS ideologisch wordt, laat de professie zich dan goed oriënteren over een juridisch adequaat professioneel statuut. En laat iedereen die bij deze discussie betrokken is zich op een gegeven moment afvragen: kan het zijn dat ik mij vergis?
Robert Kreis
Chirurg, niet praktiserend, en emeritus hoogleraar Brandwondenzorg VUmc
Literatuur
– Aanpassing zorgstelsel kan miljarden besparen. Medisch Contact 12 januari 2017
– Commissie Meurs: loon zelfstandige specialist hoog. SKIPR; 10 oktober 2012
– De relatie tussen medisch specialist en het ziekenhuis. SEO rapport; 1 januari 2010
– Sweden’s healthcare is an embarressment. The Local. 27 January 2015
– Het werkt niet, maar na mijn ontslag houdt iedereen zich stil. Volkskrant 22 april 2021