Sinds juli 2020 zijn huisartsen wettelijk verplicht om patiënten elektronische inzage in hun medische gegevens aan te bieden. Dit gebeurt voornamelijk online, met behulp van een patiëntenportaal. Het OPEN-programma helpt huisartsen(praktijken) bij online inzage voor patiënten en werkt daarbij samen met regionale coalities. In opdracht van OPEN onderzocht Nivel via een online vragenlijst de eerste ervaringen met het aanbieden van online inzage en welke impact dat heeft op de werkbelasting in de praktijk.
Overwegend positief
Bijna alle 550 deelnemende huisartsenpraktijken (88 procent) regelen de online inzage in samenwerking met het OPEN-programma. Slechts een klein deel biedt dit op eigen initiatief aan (2 procent) en 10 procent van de praktijken past geen online inzage toe, maar geeft aan dat wel van plan te zijn. Ruim driekwart van de praktijken die online inzage aanbieden, is in 2020 gestart.
Een groot aantal respondenten heeft zich nog geen mening kunnen vormen over de eerste ervaringen met online inzage in het medisch dossier door patiënten. Ook over de eerste ervaringen van hun collega’s of patiënten konden zij nog weinig zeggen. De praktijken die al wel ervaringen konden delen, gaven veel vaker aan overwegend positief dan overwegend negatief te zijn, vooral de praktijken die hier al langer ervaring mee hebben.
Toename e-consulten en administratieve handelingen
Van de respondenten gaf 44 procenten aan dat het aantal administratieve handelingen en het aantal e-consulten is toegenomen door online inzage. Voor zo’n 60 procent van de praktijken nam de tijdsbelasting voor huisartsen en doktersassistenten toe of bleef gelijk. Het aantal consulten in de praktijk en het aantal doorverwijzingen is vooral gelijk gebleven, ondanks het aanbieden van online inzage. Ook gebruikt een groot deel van de praktijken meer ‘lekentaal’ in het patiëntendossier.
camperaddy@gmail.com
Mbt patientendossier:
Ik bepleit waar ik kan, ipv het begrip ‘lekentaal’, wat niet meer van deze tijd is, over te stappen op PUBLIEKSVERSIE.