Het gaat met name om hoornvlies, maar ook om huid, bot- en peesweefsel en hartkleppen. Voor orgaandonatie bestaan uitgebreide procedures op de intensive care, maar bij weefseldonatie is dat minder het geval, legt het ziekenhuis de situatie uit.
Tijdrovend
“Met name in de avond of nacht is het vaak de dienstdoende arts-assistent die het ‘erbij doet’. Hij of zij moet familie na overlijden van een patiënt om toestemming vragen en er moet van alles geregeld om – na de toestemming – alles in gang te zetten en de weefsels op tijd uit te nemen.”
In de praktijk wordt de vraag om weefsel ook niet altijd gesteld. ‘‘De arts-assistenten vinden het lastig en hebben er niet veel ervaring mee. Bovendien is het erg tijdrovend en hebben ze daar in hun nachtdiensten vaak geen of te weinig tijd voor’’, zegt intensivist Rik Gerritsen op de site van het ziekenhuis.
Speciale gesprekstrainingen
Door de inzet van extra avond-, nacht- en weekendhoofden, ervaren verpleegkundigen, moet dit verbeteren. De nieuwe medewerkers krijgen hier bovendien ook nog speciale gesprekstrainingen voor. Ze zijn in vaste dienst, anders dan de arts-assistenten die na een tijdje weer vertrekken of een andere rol krijgen in het ziekenhuis. “Het is dus bij arts-assistenten lastig om hier voldoende ervaring en kennis in op te bouwen voor langere tijd.”
Coördinatoren
Overdag zijn er al speciale coördinatoren voor weefseldonatie. Die gaan nu voor het eerst ook zelf met families praten. Dat er meer tijd komt voor dergelijke gesprekken, zal ook meer weefsel opleveren, wordt gehoopt. Tevens komt er meer ruimte voor onderzoek of een donor geschikt is. Gerritsen zegt dat juist door een gebrek daaraan donoren nu nog ten onrechte kunnen worden afgewezen.
Per saldo komt de uitbreiding neer op twee banen, maar ook een praktischer aanpak moet voordeel opleveren. Het gaat om een proef van negen maanden met een subsidie die via de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) van het ministerie van Volksgezondheid komt. (ANP)