De afgelopen 15 maanden bezochten zij niet of nauwelijks hun arts, uit angst om het virus op te lopen, uit loyaliteit om het zorgsysteem niet te belasten of simpelweg omdat hun afspraken vanwege een overbelaste zorgsector werden afgezegd.
Er staat ons een stuwmeer aan uitgestelde zorg te wachten. De vraag rijst of we er klaar voor zijn om deze zorg te leveren. We begrijpen heel goed dat zorgmedewerkers na meer dan een jaar continu aan te hebben gestaan, nu ook verlangen naar een moment om bij te komen. Tegelijkertijd beseffen we dat het personeelstekort in de zorg de grootste belemmering is om de inhaalzorg te kunnen leveren. Minister van Ark verwijst hier ook naar in haar recente brief aan de Tweede Kamer. Dit probleem is niet nieuw: al voor de pandemie was bekend dat er onvoldoende zorgprofessionals zijn om de stijgende zorgvraag op te vangen.
De pandemie als aanjager voor blijvende innovatie
De vraag is of zorgbestuurders- en professionals die niet door COVID-19 zorg waren overbelast, de afgelopen maanden hebben benut om de manier waarop we zorg leveren blijvend te vernieuwen. We kennen de fantastische vlucht van beeldbellen en thuismonitoring aan het begin van de pandemie. Ineens was iets mogelijk wat al jarenlang traag, met veel weerstand en veel vraagtekens werd geïntroduceerd als alternatief voor fysieke zorg. Helaas is inmiddels het gebruik van digitale zorg weer ingezakt, alsof de hunkering om weer terug te gaan naar het oude overwint. We lezen dus in de Kamerbrief dat er stevig wordt ingezet op het creëren van extra zorghandjes, maar dat niet tot nauwelijks wordt ingegaan op de technologische en innovatieve ontwikkelingen binnen de medtech-sector, die minimaal invasieve behandelingen veel meer mogelijk maken.
We moeten ons realiseren dat een aantal van de COVID-19 restricties van kracht zal blijven komende maanden. Zo heeft de afstandsregel forse impact op het logistieke proces van zorgbedrijven. Zelfs als we willen, kunnen we morgen niet terug naar de overvolle wachtkamers en gestroomlijnde processen. We moeten daarom zaken anders doen.
Hoe andere landen traditionele behandelingen vervingen
Als we naar omliggende landen kijken, zien we dat aanpassingen van zorgprocessen soms veel verder gingen. Zo werden nieuwe protocollen geschreven die minimaal invasieve behandelingen de standaard maakten. Dit zijn behandelingen die dankzij innovaties ervoor zorgen dat ingrepen veel minder ingrijpend zijn dan ‘traditionele’ behandelingen. Dit is niet alleen fijn voor de patiënt, deze behandelvormen leggen ook veel minder beslag op de beperkte tijd van zorgprofessionals in het ziekenhuis en de gehele zorgketen.
Zoals we ook in onze ingezonden brief naar VWS en de kamer schreven, zijn dergelijke arbeidsbesparende innovaties niet nieuw, maar liggen deze al klaar om ingezet te worden. Recent beschreef onderzoeksbureau Gupta-strategists in haar rapport “Voorkom de volgende golf” hoe deze innovaties nu écht opgeschaald kunnen worden.
Met behulp van arbeidsbesparende innovaties de allerbeste zorg leveren
Door slim te investeren en arbeidsbesparende innovaties versneld als standaard te gebruiken, kunnen we met dezelfde mensen meer patiënten helpen, waarbij nog steeds de allerbeste kwaliteit zorg kan worden geleverd. Zo zorgen we ervoor dat de 1,4 miljoen wachtenden niet alleen zonder mondkapje door het leven kunnen, maar na operatie ook zonder pijn aan hun heup, kortademigheid door een hartprobleem, of zorgen om een groeiende tumor. Oftewel, mondkapje af, OK-jasje aan.
Michiel van Campen
Directeur Nefemed