Op vrijdagavond vinden we het leuk om thuis samen een film te kijken met friet, popcorn en M&M’s. Maar welke friet gaan we dan halen? Daarvoor heeft moeders een kleine trial opgezet, semi-geblindeerd en statistisch iet wat underpowered …maar met goed resultaat. (Febo friet kwam als beste uit de bus).
Experiment
Hoe verschrikkelijk de coronapandemie in vele opzichten ook is, je zou dit ook kunnen beschouwen als een door de natuur gegeven “experiment“ of een “trial” van ongekende omvang: Heel veel mensen in de zorg, van totaal verschillende achtergronden, in totaal verschillende rollen, werden vrijwel overnight verplicht om thuis te werken. De dagelijkse routine werd volstrekt overhoop gehaald. Niet alleen het werk, ook alle feestjes werden plots thuis georganiseerd, het sporten, het ontspannen en ga zo maar door. Bijna alles, waarvan we tot dan toe dachten dat het om inhoudelijke redenen buitenshuis MOEST plaatsvinden, kon op een of andere manier toch ook thuis.
Vaak wel tegen heug en meug, “straks doen we het weer als normaal” werd er dan bij gezegd. Ook de snelheid en dwang, waarmee deze enorme veranderingen moesten worden ingevoerd was niet gemakkelijk, tot boetes voor na negen uur ’s avonds buiten zijn aan toe.
Werkelijkheid flexibeler
Maar toch. Naast het belang van oog hebben voor alle verdriet en verlies, zou ik ook willen oproepen om oog te hebben voor de positieve dingen die we van deze crisis “trial” kunnen leren. Doordat een uitzonderlijke situatie ons allemaal gedwongen heeft om zaken geheel anders dan anders aan te pakken, blijkt diezelfde werkelijkheid veel flexibeler dan wij dachten. We dachten altijd dat het voor patiënten vreselijk was om slecht nieuws via een beeldbel-afspraak te horen te krijgen, voor slecht nieuws was het echt in diens belang om wel degelijk een fysieke afspraak te plannen, was de aanname. Maar wat blijkt? Vele patiënten geven er de voorkeur aan een nare boodschap thuis te ontvangen, in een vertrouwde omgeving met familie of vrienden om zich heen.
Nog een voorbeeld: aan het begin van de eerste lockdown ontwikkelde het OLVG in samenwerking met Luscii de Corona-app. Ongeruste burgers, nog niet eens patiënten, konden hun symptomen invullen en het algoritme vertelde je hoe waarschijnlijk of onwaarschijnlijk het was dat je corona had. Bij grote verdenking werd je fysiek in het OLVG verder onderzocht en eventueel opgenomen. De groep mensen waar het algoritme dit niet goed genoeg kon bepalen, werd persoonlijk door een team van medici opgebeld om een en ander nader uit te vragen, en indien nodig, ook opgeroepen. Veel vrienden van mij hebben gebruik gemaakt van deze app en waren super enthousiast. Het feit dat sommigen persoonlijk waren gebeld maakte diepe indruk en gaf een zeer veilig gevoel. En tegelijkertijd heeft de app ervoor gezorgd dat heel veel ongeruste mensen niet onnodig naar het ziekenhuis of huisarts hoefden voor nader onderzoek.
Lessen vasthouden
Ik word heel enthousiast van dit soort voorbeelden. We hebben de neiging om digitale zorg als “second best” te beschouwen, die je zodra het weer kan vervangt door fysieke zorg. Maar hoe mooi is het als met behulp van slimme techniek de zorg beter kan worden in plaats van “second best”? Ik hoop dat we die lessen kunnen vasthouden en koesteren. Dan kunnen we de persoonlijke kracht van de zorgverlener inzetten daar waar die werkelijk onvervangbaar is.
Fenna Heyning
Directeur van STZ (Samenwerkende Topklinische opleidingsziekenhuizen)