Op maandag 5 juli presenteerden de Juiste Zorg op de Juiste Plek en Skipr twee voorbeelden van succesvolle samenwerkingsprojecten: Zonnetij in Aarle-Rixtel en de Deventer Aanpak Gezondheid en Gedrag. Zij geven antwoord op de uitdagingen op het gebied van preventie, zoals: Waar en hoe leg je prioriteiten? Iedereen is verantwoordelijk en daarom neemt niemand verantwoordelijkheid. Hoe krijg je preventie ‘tussen de oren’? En hoe los je onduidelijkheden op het gebied van budgetten, financiering en vergoedingen vanuit de verzekeraar op?
Zonnetij
Wil van de Laar is verpleegkundige en sinds 2019 lid van de raad van bestuur van de Zorgboog. Deze VVT-organisatie is samen met woningcorporatie WoCom en gemeente Laarbeek gestart met Zonnetij, in het dorp Aarle-Rixtel. Dat is een complex met negentig appartementen waar mensen met en zonder zorgvraag door elkaar wonen en waar gewerkt wordt aan sociale innovatie. “Je kunt het zien als een tussenstap tussen thuis wonen en verpleeghuiszorg”, zegt Van de Laar. Want die stap is veel te groot.
Ontmoetingen
“Het concept gaat uit van positieve gezondheid”, legt Van de Laar uit. “In plaats van te focussen op beperkingen vragen wij mensen ‘wat kunt u nog wel?’. Je ziet dan dat ouderen nieuwe vrienden of vriendinnen opdoen, komen koffiedrinken en gaan bewegen in onze speciale beweegtuin.” Die aanpak werd enthousiast ontvangen door bewoners, maar ook door de woningcorporatie en gemeente. “Hun voordeel is dat zij mensen naar dit appartementencomplex kunnen verwijzen, in plaats van telkens dure woonaanpassingen te doen – waar ouderen uiteindelijk maar kort gebruik van maken. Bovendien kunnen mensen uit de wijk naar de algemene ruimte komen, ook als zij geen indicatie voor dagzorg of dagbesteding hebben.” Het draait om het faciliteren van ontmoetingen tussen buren. Zo ontstaan nieuwe welzijnsnetwerken, waardoor zwaardere zorg kan worden voorkomen, schetst Van de Laar.
Magic mix
Het klinkt heel mooi, maar hoe is de financiering geregeld? Wil van de Laar legt uit dat daarvoor een ‘magic mix’ ontstaat, in nauw overleg met de andere partijen, waarbij ongeveer een derde van de bewoners een zware zorgvraag hebben. Zo zijn er genoeg ‘gezonde’ mensen die het concept overeind houden. “Om alle zorgvragen te financieren, moet je over de schotten in de zorg heen springen”, zegt de zorgbestuurder. “De klantreis staat centraal.” En daarbij ligt de focus op gezonde leefstijl en preventie. Verpleegkundigen van de Zorgboog hanteren een kaartje met de ‘Schijf van Vijf’, met vragen over wat een oudere zelf wíl en kán, wat het netwerk daarin kan betekenen, wat hulpmiddelen kunnen oplossen en – als aller- allerlaatste – wat professionals kunnen betekenen. “Zorg is een maatschappelijke opgave”, vindt Van de Laar. “Tachtig procent van de klachten bij de huisarts zijn ontstaan door sociale problematiek. Dat kan de zorg niet alleen oplossen. Dat moeten we met z’n allen doen.” Positieve gezondheid is daarbij het middel. Het probleem is alleen dat het complex van investeren en revenuen heel diffuus is, schetst Van de Laar. “Daarom zouden alle partijen gezamenlijke zorginkoopgesprekken moeten doen. Uiteindelijk profiteert de hele maatschappij hiervan. Als we gezonder zijn, zijn we ook blijer.”
Top-down
“In Deventer heeft zich een kleine revolutie afgespeeld op het gebied van positieve gezondheid”, legt gespreksleider Joost Hoebink uit. Daarover vertellen Pieter Folkeringa, programmamanager Jeugd en Onderwijs van de gemeente Deventer, en Hilbrand Jacobs, verandermanager en zelfstandig procesbegeleider transformatie in zorg en welzijn. Folkeringa en Jacobs stonden in 2016 aan de start van de Deventer Aanpak Gedrag en Gezondheid. “Die draait om luisteren naar wat de behoeften van bewoners en professionals zijn”, zegt Jacobs, “en om afstand nemen van het systeemdenken.” Zo ontstond de top-down benadering, legt Folkeringa uit. Nee, niet bottom-up! “Top-down zet juist de bewoner bovenaan. Niet het systeem. Dat gebeurt door het gesprek aan te gaan, met huisarts, verpleeghuis, buurthuis, maar vooral de inwoner.” Een filmpje van de aanpak toont de deelnemers van het webinar dat ook hier het werken aan gezondheid en het oplossen van sociale problematiek hand in hand gaan. Met als belangrijkste doel: de bewoner krijgt zelf meer regie. Voor zorgverleners betekent dat om tafel gaan met nieuwe partijen, legt Folkeringa uit. Dat geldt ook voor de gemeente. “Eigenlijk kun je zeggen: de gemeente is van geluk en welzijn. Dat is heel breed.” Huisartsen, sociale teams, scholen, vrijwilligers, zorgverzekeraars, zorgbestuurders, et cetera, zijn op een andere manier gaan kijken. Zo ontstaat een gezamenlijk bewustzijn, zegt Jacobs. De vraag is alleen: hoe krijg je het financiële plaatje rond? “Je moet lef hebben, klein beginnen en dan opschalen”, zegt Folkeringa. “Gewoon doen.” Dat vraagt om vertrouwen in professionals, vult Jacobs aan. In Deventer wordt dit door alle partijen gedragen, en dat maakt de ‘revolutie’ tot een ‘verhaal van lange adem’. Of noem het een beweging, er zijn in de stad al ongeveer vijfhonderd mensen in deze aanpak geschoold. Professionals merken dat de werkdruk vermindert. Dat is voor een groot deel te danken aan een nieuwe manier van gespreksvoering, legt Jacobs uit. “Mensen komen zo eerst tot eigen oplossingen, daarna blijft er misschien een hulpvraag over. Mensen willen graag gezond zijn en gaan daarmee zelf aan de slag. Ze komen met eigen ideeën.”
Geluk
De Deventer Aanpak Gedrag en Gezondheid levert heel wat op in zorgkosten. Dat vinden zorgverzekeraars, gemeente en zorgaanbieders fijn. Maar zo wil Folkeringa helemaal niet denken. De gemeenteambtenaar is wars van begrippen als kostenplaatjes, doelgroepen, controle en beheersbaarheid. “Het begint met welzijn, met geluk. Wat willen de ouders, de kinderen, de professionals. In plaats van: wat wil het systeem.”
Er is veel belangstelling voor dit lokale preventie-initiatief, van andere gemeentes, maar ook vanuit VWS. Wat zijn de succesfactoren volgens Jacobs en Folkeringa? De sprekers hebben genoeg tips: Neem kleine stappen. Sluit aan op de energie van mensen. Maak slimme verbindingen. Breng van tevoren niks in kaart. Focus niet op productie. Bouw tijd in voor gesprek en reflectie… Maar vooral: heb vertrouwen en ga het gewoon doen. Folkeringa: “Dan zal je zien: iedereen wil hetzelfde. Daar wordt je vanzelf enthousiast van.”