Om de mensen in Nederland ook in de toekomst de juiste zorg te kunnen geven is een transitie nodig. Met verandering naar het welzijn voorop. Verandering naar inzet op preventie en positieve gezondheid. In deze transitie is de arbeidsmarkt een van de leidende principes en is een belangrijke rol weggelegd voor de regio. Het opleiden, instromen en behouden van professionals vindt RegioPlus ook voor de komende jaren essentieel, maar er is meer nodig. Omarm als sector het anders organiseren, anders werken en anders leren.
Om met dat eerste te beginnen: we moeten het met elkaar slimmer gaan organiseren. Vraagstukken zijn niet overal hetzelfde, er zijn verschillen tussen beroepsgroepen, branches én tussen regio’s. Daarom hoort eigenaarschap en regie ook bij gezamenlijke partijen in de regio te liggen. Tegelijk is er meer verbinding tussen landelijk en regionaal nodig dan nu. We hebben elkaar nodig om gezamenlijk groter te denken en kleiner te doen.
We moeten er ook voor zorgen dat we aan blijven sluiten bij de wensen van nieuwe generaties professionals, met ruimte voor diversiteit en bevordering van inclusiviteit. De stijgende en veranderende zorgvraag vereisen ook nieuwe en andere vaardigheden. En andere arbeidsvormen, zoals bijvoorbeeld regionaal werkgeverschap en ondernemend werknemerschap. Door goede regionale en ketengerichte samenwerking kunnen we professionals die dit willen de flexibiliteit in werk bieden die zij zoeken. Met de zekerheden van een dienstverband. Btw en cao’s zouden dit niet in de weg moeten staan.
Maar ook op een heel ander vlak moet de transitie van de zorg gestalte krijgen. Een nieuwe tijd vraagt om nieuw leiderschap. Met ruimte en aandacht voor de professional en vakmanschap, voor echt anders werken en leren. Wat daarbij nodig is, is een gedeelde visie op eigentijds besturen en organiseren vanuit de praktijkbehoefte. Het huidige systeem houdt traditioneel leiderschap in stand en belemmert doorbraken die nodig zijn. Corona heeft ons geleerd hoe kwetsbaar we zijn als mens en hoe afhankelijk we zijn van elkaar. Bestuurders en politici hebben meer oog gekregen wat mensen en professionals dagelijks moeten doorstaan. Nu is het zaak om dit leiderschap in te zetten voor het laten kantelen van het systeem, door anders te organiseren op landelijk, regionaal en lokaal niveau. Dit vraagt moed, lef en een nieuw elan. De regio’s stimuleren deze beweging via lerende netwerken. Leren van en met elkaar, om zo het verschil te maken in de eigen organisatie en met elkaar in de regio.
De transitie van Zorg en Welzijn vraagt ook om nieuwe en andere vaardigheden. Vaardigheden die passen bij deze, maar ook bij de komende tijd. We moeten daarom gaan denken vanuit skills, in plaats vanuit diploma’s. Een goed voorbeeld hiervan zijn de leereenheden in het mbo. Zowel in de werkomgeving als in het onderwijs is anders leren nodig. Daarmee komen er meer en betere mogelijkheden voor zij-instromers en herintreders. En die heeft de sector hard nodig.
Een transitie is niet iets wat je eenvoudig of op korte termijn bewerkstelligt. Dat is echter geen reden om er niet nu al mee te beginnen. Integendeel, we hebben geen keus: niks doen is geen optie. Een missionair kabinet en een missionaire minister zijn daarbij onontbeerlijk. Maar we moeten het met zijn allen en samen doen.
Jelle Boonstra
Directeur-bestuurder RegioPlus