Al maandenlang ervaren we in de verpleeghuizen dat corona zich betrekkelijk rustig houdt. De acute problemen, zoals die zich in het voorjaar en de winter van 2020 aandienden, lijken voorbij. We pakken de draad weer op. Maar de vraag is: welke draad? Waar waren we gebleven? Wat vonden we belangrijk vóór maart 2020? Het lijkt of ons geheugen ons in de steek laat, we niet meer goed kunnen terugkijken. Terugscrollend in de inbox van onze herinneringen vinden we enkele relevante zoektermen: autonomie, persoonsgeoriënteerde zorg, Wet zorg en dwang (Wzd). Betekenisvolle haakjes, waarmee we ons geheugen kunnen opfrissen en tevens naar de toekomst kunnen kijken.
Ruimte voor eigen leven
Autonomie, ruimte voor eigen leven in het verpleeghuis, dat betekent: zelf kunnen bepalen en beslissen, ondanks cognitieve beperkingen en afhankelijkheid van zorg. Autonomie ervaren is essentieel voor de kwaliteit van leven van bewoners van zorginstellingen, zoals het verpleeghuis. Essentieel voor een menswaardig bestaan, zo weten we uit de literatuur.
In het voorjaar van 2020 is de autonomie van bewoners van zorginstellingen met voeten getreden: zo is hen niet de keuze geboden om zelf te beslissen op een heel belangrijk domein van het leven: wie van mijn dierbaren wil ik blijven zien en op welke wijze? Waar de meeste Nederlanders achter de voordeur hun autonomie hierin behielden, gold dit niet voor bewoners van verpleeghuizen. Wat volgde was een dramatische periode van isolement, waarvan de meeste betrokkenen achteraf zeggen: dit nooit weer.
Maar dat betekent niet dat de verhoudingen in het ‘wie beslist’ weer als vanouds zijn. Huisregels zijn gemakkelijker ingevoerd dat afgeschaft en maatwerk is complexer en tijdrovender dan generiek beslissen. Met een nieuwe generatie ouderen in aantocht, assertief en mondig, is het zaak razendsnel werk te maken van het herstel van de autonomie van bewoners van zorginstellingen en hun dierbaren. De klant is koning, juist in kwetsbaarheid zou dit het credo moeten zijn, zodat ook de laatste etappe van het leven de moeite waard kan zijn.
Lef, motivatie en inspiratie
Persoonsgeoriënteerde zorg? Dat is natuurlijk de vertaling van die autonomie van bewoners naar een zorgkader. We hebben er systemen voor, methodieken. Maar die bieden geen garanties, zo is gebleken. Wat we nodig hebben is lef, motivatie, inspiratie. Ons niet laten leiden door angst, protocollen, regels, maar blijven luisteren naar de mensen voor wie we ons werk doen, naar hun verhaal, hun behoeften. Hun verlangen blijven zien, om ondanks beperkingen een gewoon en goed leven te leiden. Die motivatie vinden we door de focus te verleggen van veiligheid naar goed leven, van denken in risico’s naar denken in kansen. Maar ook door zelf uit te rusten, ervaringen te delen en ruimte te krijgen om nieuwe inspiratie op te doen in scholing of intervisie.
Scherp blijven kijken
Dan de Wzd. Die helpt, zeggen psychologen in een enquête over herstel na de crisis. Want die dwingt ons scherp te blijven kijken naar wat een persoon ons wil zeggen, in woorden of in gedrag, over behoeften, wensen, angsten. Om uit te leggen wat wij als hulpverleners voor ogen hebben en hoe we dat denken te bereiken. En de Wzd dwingt ons ook om vrijheid weer als thema op de agenda te zetten. Waar we in de jaren ’90 van de vorige eeuw succesvol afscheid hebben genomen van ‘de Zweedse band’ (wie kent de term nog?) dankzij lef, educatie en visie, is nu een zelfde proces nodig om los te komen van alle andere vormen van dwang in de zorg.
Loskomen van angst
Kortom: we moeten loskomen van de angst voor infecties, van de reflex om het zekere voor het onzekere te nemen. Het lef tonen om vrijheid en levensvreugde weer voorop te stellen. Zodat zelfs mijn collega-psycholoog het verpleeghuis weer als een aantrekkelijk alternatief kan gaan zien om te wonen, als het nodig zou zijn.