In opdracht van ZonMW en V&VN is een richtlijn gepubliceerd voor zorg aan ouderen met eenzaamheidsproblemen. De richtlijn is bedoeld voor wijkverpleegkundigen en ziekenverzorgenden.
Eenzaamheid komt in Nederland voor bij meer dan negenhonderdduizend ouderen. De richtlijn ‘Eenzaamheid onder Ouderen’ is ontwikkeld door onderzoekers van Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) en Vrije Universiteit (VU) Amsterdam, in samenwerking met wijkverpleegkundigen en andere eerstelijnszorg- en hulpverleners. De richtlijn focust op het betrouwbaar en valide vaststellen van eenzaamheid, de zin van screenen op eenzaamheid en de interventies die ouderen daadwerkelijk helpen om zich minder eenzaam te voelen.
In gesprek
Om eenzaamheid vast te stellen zijn, volgens de richtlijn, vaak meer gesprekken nodig. Het gebruik van een vragenlijst heeft alleen zin als een oudere aangeeft zich eenzaam te voelen en samen met de wijkverpleegkundige de mogelijkheden van professionele ondersteuning wil verkennen. Screenen van ouderen op eenzaamheid is niet zinvol. Er zijn veel vormen van psychische en sociale interventies of ondersteuning op het gebied van eenzaamheid, maar er is geen wetenschappelijk bewijs dat die succesvol zijn. Toch adviseert de richtlijn in gesprek te gaan met ouderen als die zich eenzaam lijken te voelen. In de richtlijn staan daarvoor handleidingen en trainingen.