Tijdens de huiskamerbijeenkomsten praten leden van CLW met elkaar over vrijwillig levenseinde, legt Van Wijk uit. Na gesprekken met de leiders van deze bijeenkomsten is de “indruk ontstaan” dat leden die elkaar van de bijeenkomsten kennen mogelijk middelen voor elkaar zouden bestellen, aldus Van Wijk. “Het kan zijn dat als iemand een potje bestelt van een ons, terwijl hij of zij zelf maar twee gram nodig heeft, dat diegene de rest dan aanbiedt aan anderen.” Wat mensen individueel doen moeten ze zelf weten, benadrukt Van Wijk. “Maar als CLW willen we niets met die gang van zaken te maken hebben.”
Zelfmoordpoeder
Reden voor het interne onderzoek was de manier waarop een lid van de coöperatie levensbeëindigende middelen verstrekte, aldus Van Wijk. Tegen deze man loopt een strafrechtelijk onderzoek omdat hij op grote schaal ‘zelfmoordpoeder’ zou hebben verstrekt aan mensen die het gebruikten en eraan overleden. “Als je bij hem bestelde dan kreeg je het gewoon opgestuurd. Ik vind dat je dat niet zomaar kunt doen. Er hoort een duidelijke verklaring bij van de werking van het spul en je moet bijvoorbeeld ook weten hoe je het weer kunt retourneren als je er toch geen gebruik van wilt maken. Dat soort veiligheidszaken moet je erbij vermelden.”
De coöperatie is bij de gespreksleiders gaan polsen wat het verhaal rondom deze man met hen deed. “Uit die gesprekken ontstond het vermoeden dat dit in het verlengde van huiskamerbijeenkomsten meer gebeurt.”
Schijn tegengaan
Wie iemand anders aan een middel voor zelfdoding helpt, waarna diegene sterft, overtreedt de wet. Van Wijk: “Er zijn geen harde bewijzen voor dat dit daadwerkelijk binnen de coöperatie gebeurt, maar ik denk dat de kans groot is. Ik heb de duizenden leden niet allemaal aan een touwtje.” Om de schijn tegen te gaan dat CLW zich inlaat met deze praktijken zijn de huiskamerbijeenkomsten voorlopig gestopt. Wanneer ze weer worden hervat is nog niet duidelijk.