“Zo’n massale campagne is een logische keuze, maar de overheid heeft zich op dat moment nauwelijks beziggehouden met groepen die moeilijk bereikbaar zijn of extra informatie en ondersteuning nodig hebben. Parallel aan de grootschalige campagne had men ook direct de wijken in moeten gaan met begrijpelijke informatie voor iedereen. Dat had echt een verschil kunnen maken”, zegt Bussemaker in het dagblad.
Er is te weinig gedaan met de kennis die men al had over moeilijke groepen, stelt de hoogleraar in het artikel. “Uit ons onderzoek blijkt dat het vooral mensen betreft uit kansarme wijken, met een lage sociale status en soms een taalachterstand, die wantrouwend zijn naar de overheid en instituten als het RIVM.” We moeten volgens haar uitkijken “dat niet vooral mensen met sociale problemen, of bijvoorbeeld een lagere opleiding ziek worden”.
Ook was er volgens haar te weinig aandacht voor echte prikweigeraars. Hun “andere waarheid” hoeft volgens de hoogleraar niet te worden omarmd, maar “we moeten wel begrijpen wat er speelt om wantrouwen te bestrijden”, aldus de voormalige minister. (ANP)