Voorafgaand aan een bezoek aan de huisartsenpost (HAP) heeft een patiënt altijd eerst contact met een triagist. Tijdens de triage wordt op basis van de Nederlandse Triage Standaard (NTS) een urgentiecategorie (U0 uitval vitale functies – U5 geen kans op schade) toegekend aan de gezondheidsklacht waarvoor een patiënt belt met de huisartsenpost. Door middel van triagecriteria uit de Nederlandse Triage Standaard wordt de urgentie bepaald. Die urgentie kan de triagist naar eigen beoordeling nog aanpassen.
Aanpassing gehalveerd
De NTS heeft in 2018 en 2019 de triagecriteria van een aantal ingangsklachten – braken, trauma, oogklachten, arm- of beenklachten, wond en drain/sonde/katheter – aangepast. Hiermee is geprobeerd de toekenning van de urgentiecategorie verder te optimaliseren.
Tussen 2017 en 2019 is het aantal contacten waarbij achteraf de urgentiecategorie nog is aangepast ongeveer gehalveerd. “Triagisten zelf vermoeden dat dit komt door de verbeteringen van de triagecriteria in de NTS-protocollen en in de triagegesprekken, waardoor al in eerste instantie een betere inschatting van de urgentie wordt gemaakt”, aldus het Nivel. Vooral de wijzigingen in de triagecriteria van de ingangsklachten braken en trauma zorgen voor minder aanpassingen van de urgentiecategorie achteraf.
Eenduidige registratie bij doorverwijzing
Bij een aantal klachten wordt vanuit de triage doorverwezen naar een ander specialisme, zoals de spoedeisende hulp of de specialistische thuiszorg. Bij een doorverwijzing gaan triagisten verschillend om met het toekennen van de urgentiecategorie. Sommige triagisten laten de oorspronkelijke urgentie ‘reële kans op schade’ staan, omdat de patiënt binnen enkele uren gezien moet worden. Andere triagisten passen de urgentie aan naar geen kans op schade, omdat de huisartsenpost zelf niet meer de zorg biedt. Triagisten stellen voor om in het systeem van de Nederlandse Triage Standaard beter vast te leggen wat de vervolgactie moet zijn, om zo beter zicht te krijgen op doorverwijzingen.