Echter, vanuit financieel perspectief is het aantrekkelijker om eerder minder dan meer zorg te bieden voor het omgaan met de gevolgen van de ziekte. Doordat de bekostiging nog steeds sterk gericht is op de medische behandeling en niet op het maximaliseren van gezondheid, verandert de zorg nog onvoldoende mee met het veranderde beeld rond de ziekte kanker.
Onnodige kosten
Aan het aanbod ligt het niet. Er is veel zorg, hulp en ondersteuning beschikbaar, maar die is versnipperd en patiënten vinden dit aanbod onvoldoende. Uit onderzoek van Stichting OOK bij 25 ziekenhuizen blijkt dat patiënten onvoldoende zorg ontvangen voor de gevolgen van kanker die zij ervaren of het voorkomen daarvan. De (na)zorg voor de gevolgen van kanker is nog teveel het probleem van de patiënt zelf, in plaats van die van de zorgverlener en patiënt gezamenlijk. Gevolg hiervan is dat niet iedere patiënt optimaal herstelt en re-integreert in het leven. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de patiënten zelf, maar ook voor hun naasten en leidt tot onnodige kosten voor de zorg, werkgevers en de maatschappij. Het gaat om meer dan 800.000 mensen in Nederland. Het is daarom essentieel om de basis op orde te brengen: Biedt mensen met kanker tijdens en na de behandeling consult(en) aan die een uur duren, om te bespreken hoe de persoonlijke situatie is, wat de ondersteuningsbehoeftes eventueel zijn, informatie aan te reiken, te adviseren en waar nodig te verwijzen naar gespecialiseerde zorg en hulp.
Hoe komt het dat dit nu nog onvoldoende gebeurt? Er zijn diverse factoren die een rol spelen. De meeste van deze aspecten hebben mijn collega’s en ik eerder beschreven, zoals beperkte bewustheid onder patiënten en zorgverleners, onvoldoende tijd, het ontbreken van een vaste werkwijze, doordat deze zorg niet is opgenomen als vast onderdeel van de behandeling en onvoldoende training voor dit type consulten. Nu ga ik in op de tekortschietende financiering.
Tegengestelde prikkel
Dat de financiering tekortschiet heeft twee oorzaken. Ten eerste beloont de bekostigingssystematiek niet voor (zoveel mogelijk) gezondheid – vóór en ná ziekte – maar het zoveel en zo snel mogelijk behandelen en afsluiten van behandelingen zodra de verrichting gepleegd is. Zorg voor het omgaan met de gevolgen van kanker is vanuit financieel perspectief niet noodzakelijk en niet perse wenselijk voor aanbieders van zorg. Ten tweede wordt er in de meeste gevallen niet gestuurd op deze zorg, niet door inkopers van zorgverzekeraars, niet door management en niet door specialisten. Dit komt mede doordat deze zorg in de huidige systematiek niet specifiek wordt ingekocht en gedeclareerd, maar onderdeel is van DBC’s. De DBC is een vergoeding waarmee het ziekenhuis alle kostenposten moet dekken voor het leveren van een behandeling. Zodoende dekt de vergoeding niet alleen de kosten van de medische behandeling, maar bijvoorbeeld ook de kosten van de administratieve organisatie, de schoonmaak en de zorg voor de gevolgen van kanker. Omdat deze zorg geen specifieke financiering heeft, ervaren veel ziekenhuizen dit als “het niet ontvangen van een vergoeding”. In de praktijk betekent dit dat de zorg voor de gevolgen van kanker al snel onder druk staat en moet concurreren met andere kostenposten. Het leidt tot een tegengestelde prikkel en een remmende werking op deze zorg. Ziekenhuizen en huisartsen die hiertoe wel initiatieven nemen, worstelen dan ook met de kosten. Dat moet anders.
Oncologieverpleegkundigen
Waarom is er voor ziekenhuizen en/of huisartsen geen specifieke bekostiging voor optimaal leven met en na kanker? Bekostig minimaal 1 tot maximaal 5 consulten van een uur, afhankelijk van de zwaarte van de problematiek van de patiënt en de aard en duur van de behandeling. Deze consulten kunnen uitgevoerd worden door oncologieverpleegkundigen.
Het is hoog tijd om in het kader van passende zorg een omslag te maken van een bekostiging op basis van ziekte en zorg naar een bekostiging die gericht is op preventie en de meeste gezondheid tijdens en na de behandeling, over de zorglijnen heen. Daarom een oproep aan de NZa en Zorginstituut Nederland om hier werk van te maken als onderdeel van het traject dat zij dit jaar hebben ingezet: ‘Passende zorg voor mensen met kanker’.
Rik van Bemmel
Directeur Diensten bij Stichting OOK