Uit de analyse van declaraties over 2019 blijkt dat in Nederland gemiddeld 6,1 procent van de diabetespatiënten rechtstreeks door de huisarts worden verwezen naar een umc. Voor oncologische patiënten is dit 3,9 procent.
Verwijzingspercentages
Maar bijvoorbeeld in de regio’s Zuid-Limburg, Amsterdam, Zuid-Holland Noord en Nijmegen wordt rond de 20 procent van de diabetespatiënten rechtstreeks naar een umc verwezen. Voor oncologische zorg wordt er in de regio’s Zuid-Limburg (26,7 procent) en Nijmegen (15,6 procent) het vaakst direct verwezen naar een umc. Ook in de overige regio’s waar een umc is gevestigd, liggen de verwijzingspercentages voor beide aandoeningen hoger dan het landelijk gemiddelde.
Geen verschil
De verschillen in verwijzingen zouden er helemaal niet moeten zijn, schrijft de NZa. “Voor een goede spreiding van de ziekenhuiszorg in Nederland is het belangrijk dat zorg volgens de principes van passende zorg wordt geleverd. Voor umc’s betekent dit dat zij, naast het doen van wetenschappelijk onderzoek en het opleiden van zorgprofessionals, voornamelijk hoogcomplexe zorg bieden. Dit geeft de verwachting dat er geen verschil binnen de regio’s zou moeten zijn in het aantal verwijzingen naar een umc als het gaat om diabetes- en oncologische zorg.”
Financiële gevolgen
De regionale voorkeur om patiënten naar het umc te sturen heeft financiële gevolgen, merkt de NZa op. “Onnodige verwijzingen naar umc’s maken de zorg mogelijk onnodig duur. Wij verwachten daarom van zorgverleners dat zij bij het verwijzen keuzes maken die inhoudelijk aansluiten bij de zorgbehoefte van de patiënt. Graag gaan we hierover verder in gesprek met alle betrokkenen. Zodat patiënten de juiste zorg op de juiste plek krijgen, en kunnen blijven krijgen.”