Een tijdje geleden gebeurde er iets in een van onze lerende netwerken waar ik bijzonder verbaasd over was. Even ter achtergrond: PFZW organiseert regionaal lerende netwerken. Daarin gaan organisaties aan de slag met datagedreven HR op basis van een actuele eigen uitdaging. We vragen altijd twee mensen per organisatie om mee te doen, het liefst van verschillende afdelingen, zodat het draagvlak in de praktijk zo groot mogelijk is. Onlangs waren dat het hoofd HR en de business controller van een zorgaanbieder. Zij hadden elkaar tot dat moment nog nooit ontmoet. En ze kwamen er bij ons achter dat ze toch eigenlijk dezelfde uitdagingen hadden.
HR als laatste
Het is bekend dat HR vaak een positie ergens achteraan in het besluitvormingsproces heeft. Stel: een organisatie voor ouderenzorg heeft plannen voor het bouwen van een nieuwe locatie waar cliënten zelfstandig kunnen wonen met intensieve zorg. Wat gebeurt er dan? De bestuurder gaat praten met de controller: kunnen we hier een goede business case van maken? Vervolgens wordt de bank gevraagd om mee te denken over de financiering, en laten we zeggen de gemeente om te kijken hoe het zit met bestemmingen. Uiteindelijk is het plan rond en gaat de bestuurder naar HR: ‘We gaan starten met een nieuwe locatie, die is dan en dan operationeel, en we hebben 40 fte extra personeel nodig.’ Een onmogelijke vraag die in de huidige arbeidsmarkt nauwelijks uitvoerbaar is, en die geen recht doet aan de waarde van menselijk kapitaal voor de organisatie. De gevolgen kun je uittekenen: er blijven vacatures onvervuld, professionals ervaren een te hoge werkdruk en het ziekteverzuim neemt toe. Steeds opnieuw.
De focus van systemen
Dat HR (en daarmee het belang van de mensen) zo laat in een besluitvormingsproces wordt meegenomen, heeft te maken met onze systemen. Die zijn gericht op geld en kwaliteit. Terwijl je natuurlijk alleen duurzaam een hoge kwaliteit tegen lage kosten kunt bieden met voldoende goede en vitale mensen. Daar zou je dus óók op moeten sturen.
Dat vraagt allereerst een andere focus van bestuurders. Niet alleen kijken naar zorgkantoren en inkoopcontracten, maar ook meteen vanaf het begin naar HR. En veel meer verbindend werken, ook over de grenzen van de organisatie met andere zorgaanbieders en ketenpartners. Want veel uitdagingen zijn echt groter dan de grenzen van de eigen instelling.
Informatie die hout snijdt
Vervolgens moet HR die positie vooraan in de besluitvorming natuurlijk wél waarmaken. Dat kan alleen als ze informatie biedt die hout snijdt. Dat ze kan schetsen hoe de arbeidsmarkt eruit ziet, vanuit verschillende perspectieven. Dat ze weet hoe het zit met de instroom en de uitstroom in de organisatie. Dat ze scenario’s kan verkennen en oplossingsmogelijkheden kan doorrekenen. Op die manier worden de belangen en mogelijkheden van het menselijk kapitaal meteen vanaf het begin meegewogen. En komen er plannen die wél werken in de praktijk.