De wereldwijde last van gevorderde chronische nierziekte (CKD) is de afgelopen decennia aanzienlijk toegenomen, onder meer door obesitas, diabetes, hoge bloeddruk en veroudering. Op dit moment vormen oudere patiënten tussen 70 en 80 jaar de grootste en snelst groeiende groep die door de ziekte wordt getroffen. Omdat de nierfunctie na verloop van tijd sterk vermindert, kan dialyse nodig zijn om het bloed te filteren.
Zinvolle zorg
Dialyse wordt tegenwoordig in landen als Nederland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk beschouwd als de standaardbehandeling voor oudere patiënten. “Maar het is een intensieve therapie, die misschien niet past binnen de zorgdoelen van ieder individu”, merkt Wouter Verberne, internist in opleiding aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht), op. In vergelijking met jongere patiënten lijden ouderen over het algemeen aan meerdere aandoeningen en zijn ze kwetsbaarder. “Dit heeft het dilemma opgeworpen dat ten grondslag ligt aan mijn huidige onderzoek: hebben alle oudere patiënten echt baat bij dialyse?” Verberne verdedigde zijn proefschrift op 14 oktober.
Verberne voerde zijn studie uit onder begeleiding van Willem Jan Bos, hoogleraar Nierziekten en Uitkomsten van Zorg aan de Universiteit Leiden en arts op de afdeling Interne Geneeskunde van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Als oud-student van dokter Willem Kolff – uitvinder van de kunstnier – beschrijft Bos Kolffs inspanning om te begrijpen wat zinvolle zorg is voor de individuele patiënt: “Hij zei altijd: ‘Je moet altijd samen overleggen over de voor- en nadelen van een intensieve behandeling als dialyse.’ Interessant is dat Verberne tijdens zijn onderzoek vaststelde dat veel patiënten wilden weten wat de verschillende therapiemogelijkheden waren.”
Alternatieve behandeling
“Conservatieve behandeling – die bestaat uit actieve behandeling van patiënten met medicijnen, dieet- en leefstijladviezen – is geopperd als een mogelijk alternatief voor dialyse. Bij dit behandeltraject is het belangrijkste doel de levenskwaliteit van het individu te behouden me behulp van adequate symptoomcontrole, en niet zozeer om het leven te verlengen”, legt Verberne uit. Vergelijkende gegevens over de resultaten van beide behandelingen zijn momenteel echter beperkt. Om de waarde van elke behandeling te bepalen, voerde Verberne een retrospectieve studie uit, waarin patiënten van 70 jaar of ouder werden opgenomen, met gevorderde chronische nierziekte, die tussen 2004 en 2016 zorg ontvingen in het St. Antonius Ziekenhuis en expliciet hadden gekozen voor dialyse of conservatieve behandeling.
De onderzoeker toonde aan dat – over het geheel genomen – oudere patiënten die kozen voor dialyse langer leefden, maar dat de toename in levensjaren voor degenen boven de 80 of met meerdere ziekten niet significant was. “Ondertussen bleek de kwaliteit van leven van beide patiëntengroepen vergelijkbaar en waren de therapielast en -kosten significant lager voor patiënten die kozen voor conservatieve behandeling. De conservatieve benadering is dus een geschikt zorgalternatief voor ouderen.” De studie van Verberne wordt nu gebruikt om bij te dragen aan richtlijnen voor nefrologie in Nederland en Europa.
Gedeelde besluitvorming
Bos benadrukt dat het belangrijk is om het besluitvormingsproces rond de behandeling in de spreekkamer te delen: “Zorgverleners moeten verder kijken dan wat alleen vanuit medisch oogpunt als voordelig wordt beschouwd en ook rekening houden met wat de levensdoelen van het individu zijn.” Hij herhaalt dat alle beschikbare opties – inclusief conservatieve behandeling – openlijk moeten worden besproken. “Patiënten moeten ervan op de hoogte worden gebracht dat hun keuze om niet te dialyseren serieus wordt genomen en dat het mogelijk is om de overlevingsduur en de levenskwaliteit te verlengen door de symptomen, het dieet en de medicatie onder controle te houden.”