Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) registreerde in de afgelopen week iets meer dan 155.000 positieve tests. In bijna een kwart van de gevallen lukt het om te achterhalen waar iemand besmet is geraakt. In drie op de vier gevallen wordt geen ‘setting van besmetting’ gevonden. Dat is vergelijkbaar met de beide voorgaande weken. Maar vergeleken met de weken daarvoor blijven veel meer positieve tests onopgehelderd.
Besmettingshaard
Wanneer het wel lukt om een besmettingshaard te vinden, zijn drie op de vijf mensen mensen thuis aangestoken, bijvoorbeeld door een gezinslid. Bijna 18 procent liep het virus op een school of kinderopvang op. Dat is iets minder dan vorige week, maar nog altijd aanzienlijk meer dan in de maanden ervoor.
Bezoek
Bijna 12 procent raakte besmet door toedoen van een bezoeker of door zelf bij iemand op bezoek te gaan. Dat percentage daalt voor de vierde week op rij. Ook de werkvloer en de horeca was minder vaak de bron van een herleide besmetting. (ANP)