Dit onderzoek is aanvullend op het jaarlijkse HR-benchmark onderzoek van Visma | Raet, waarbij 983 werkenden zijn ondervraagd.
Employer branding
Dat zo’n groot deel van de werkenden negatief aankijkt tegen het werken in de zorg, komt mogelijk doordat zorginstellingen onvoldoende inzetten op het creëren van een goed werkgeversmerk, ook wel employer branding genoemd. Dat blijkt uit de HR-benchmark, waarbij HR-professionals in de zorg gevraagd zijn naar hun belangrijkste aandachtspunten voor 2022. Slechts achttien procent noemt daarbij employer branding. In andere sectoren is dit 27 procent. “Dit terwijl maar liefst twee derde van de werkenden in de zorg ziet dat hun organisatie moeite heeft om medewerkers aan de organisatie te binden.”
Werk met maatschappelijke relevantie
Dat zorgorganisaties niet bezig zijn met het zichtbaar maken van hun werkgeversmerk en daarmee de mooie kanten van werken in de zorg, is een gemiste kans, aldus Visma | Raet. Zo vindt maar liefst driekwart van de werkenden het belangrijk een maatschappelijke bijdrage te leveren via het werk. Een baan in de zorg is daarbij natuurlijk zeer passend. “Erg opvallend is dat HR-professionals zich dat totaal niet lijken te realiseren; een schrikbarende 0 procent van hen ziet de maatschappelijke relevantie van hun organisatie als een belangrijk aspect om nieuw talent te werven.”
Instroomtrajecten
Maar het is niet enkel het slechte imago dat werkend Nederland weerhoudt van werken in de zorg. Er is ook een aanzienlijk deel (33 procent) dat wel zou willen werken in de zorg, maar daarvoor niet de juiste werkervaring en of opleiding heeft. HR-director Marco Winkel: “Het percentage mensen dat wel zou willen werken in de zorg, maar het nu nog niet kan, is groot. Zorginstellingen kunnen daarvan profiteren door in te zetten op zij-instroomtrajecten en zichzelf tegelijk te profileren als een goede werkgever met mooie ontwikkelingskansen.”