In 2020 maakte 9,5 procent van de gezinnen geen gebruik van kraamzorg, zo is te lezen in het factsheet van het RIVM. Tussen 2016 en 2020 is het percentage gestegen vanaf 6,3 procent.
Wettelijke eigen bijdrage
De rol van de coronapandemie hierin is volgens het RIVM onduidelijk. Het onderzoeksinstituut stelt dat ook andere factoren kunnen meespelen. “Mogelijk heeft een deel van de gezinnen die geen kraamzorg ontvangen, een andere vorm van ondersteuning tijdens de kraamperiode, bijvoorbeeld via familie. Het kan ook zijn dat deze gezinnen om financiële redenen afzien van kraamzorg door de wettelijke eigen bijdrage per uur.”
Laag inkomen
Gezinnen die geen kraamzorg ontvangen hebben in vergelijking met gezinnen die wel kraamzorg ontvangen vaker een laag inkomen. Onderzoek vanuit het Erasmus MC heeft ook gevonden dat de informatie over bijvoorbeeld het belang van kraamzorg en de eigen bijdrage beter kan worden afgestemd op deze groep.
Risico’s
Het RIVM benadrukt het belang van kraamzorg. “Om kinderen een kansrijke start te bieden, is het gewenst dat zoveel mogelijk gezinnen kraamzorg ontvangen. (..) “De kraamperiode is belangrijk voor een goede start voor zowel de pasgeborene als het gezin. In de eerste week na de bevalling biedt de kraamzorg fysieke en mentale ondersteuning en signaleert zij mogelijke risico’s.”
Lees op Zorgvisie: Harde resultaten Kansrijke Start laten op zich wachten