Hijink benadrukte in zijn vragen dat hij niet twijfelde aan de integriteit van minister Kuipers, maar wel de schijn van belangenverstrengeling wilde voorkomen. Het dossier over de kinderhartcentra ligt zeer gevoelig. De ziekenhuizen die de zorg voor kinderen met een aangeboren hartaandoening volgens de huidige plannen straks niet meer zouden leveren, verzetten zich ertegen. Het gaat daarbij om het UMCG in Groningen en CAHAL, een samenwerking van de academische ziekenhuizen in Amsterdam en Leiden.
Vakminister met verleden
Hijink stelde “op zich volstrekt begrijpelijke” vragen, zei Kuipers. De minister verwees naar zijn persoonlijke geschiedenis die hem ook met de twee andere hartcentra verbindt. “Je zou kunnen zeggen: ik ben een Groninger. Ik heb gestudeerd in Groningen, ik heb een deel van mijn opleiding gedaan in Groningen. Dat is mijn alma mater. Ik heb ook een deel van mijn opleiding en een deel van mijn werkzame leven in het VU MC, nu het Amsterdam UMC, gezeten en ik heb in het Erasmus MC gezeten.”
Volgens hem zal de Kamer er ook in de toekomst “telkens tegen aanlopen” dat hij als vakminister betrokken is bij zaken waar hij in het verleden ook als arts en zorgbestuurder mee te maken heeft gehad. “U moet ervan uitgaan dat ik dit echt professioneel zal doen”, aldus Kuipers. (ANP)