Dat blijkt nu uit promotieonderzoek van de TU Eindhoven in samenwerking met Máxima MC. Promovendus en cardioloog-in-opleiding Rutger Brouwers: “Hartpatiënten vallen na intensieve begeleiding helaas vaak terug in hun oude leefpatroon, terwijl het verbeteren van leefstijl het risico op een nieuwe hartaandoening flink verkleint. Daarom is er dringend behoefte aan innovatieve revalidatiemethoden, die ervoor zorgen dat meer patiënten deelnemen en minder patiënten terugvallen.”
Deelname aan hartrevalidatie vermindert bij patiënten met coronaire hartziekten de ziektelast en kans op overlijden, verbetert hun kwaliteit van leven en zorgt voor een afname van zorgkosten. Meestal vindt het beweegprogramma van het hartrevalidatietraject plaats bij de afdeling fysiotherapie in het ziekenhuis. Dat betekent voor de patiënten dat ze bijna drie maanden lang twee keer per week naar het ziekenhuis gaan voor training onder begeleiding van een fysiotherapeut.
Brouwers: “Dit blijkt voor veel patiënten een te grote drempel, met als gevolg dat minder dan de helft van de patiënten meedoet aan reguliere hartrevalidatie in het ziekenhuis.”
Innovatieve revalidatiemethode
Brouwers onderzocht in samenwerking met Máxima MC een door hem ontwikkelde, innovatieve revalidatiemethode, die thuis is te volgen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van draagbare sensoren, zoals een hartslagmeter en communicatie via bijvoorbeeld telefoon of videobellen. Deze zogeheten ‘telerevalidatie’ heeft verschillende voordelen voor de patiënt: minder reistijd, minder ziekenhuisbezoeken, direct inzage in hun gegevens en voortgang en daarmee regie over de behandeling.
Op basis van onderzoek onder driehonderd hartpatiënten in de SmartCare-CAD studie – het meest grootschalige onderzoek tot nu toe – blijkt nu dat beide methodes even goed werken voor zowel de patiënten die thuis trainden als de patiënten in het ziekenhuis. Na een jaar bewegen ze meer, zijn fysiek fitter, ervaren een hogere kwaliteit van leven, zijn minder depressief en kunnen in hun dagelijks leven beter omgaan met hun aandoening.
Reguliere- en telerevalidatie
De reguliere hartrevalidatie duurde drie maanden. Het telerevalidatieprogramma duurde negen maanden langer om de kans op terugval zo klein mogelijk te maken. Loting bepaalde welke van de twee behandelingen een deelnemer kreeg. De helft van de deelnemers aan het onderzoek volgde gedurende drie maanden standaard hartrevalidatie in het ziekenhuis. De andere helft volgde eerst zes trainingssessies in het ziekenhuis, onder begeleiding van een fysiotherapeut.
Vervolgens trainden de deelnemers zelf thuis gedurende drie maanden met draagbare sensoren, waarbij zij op afstand begeleid werden. Daarna werden ze nog negen maanden op afstand in de gaten gehouden. Na een jaar zijn de twee behandelingen met elkaar vergeleken.
Brouwers pleit er dan ook voor dat telerevalidatie op veel grotere schaal wordt toegepast bij hartpatiënten. “We praten al jaren over hoe e-health de zorg beter en goedkoper kan maken, maar tot dusver zijn ziekenhuizen nog erg huiverig om ermee te werken. Het wordt tijd dat we het nu eens op grote schaal gaan gebruiken.”